Stichting Intermobiel

Veroni over geen moeder uit liefde voor mijn kind!

‘Geen moeder uit liefde voor mijn kind!’                                                    

Veroni Steentjes (37), initiatiefneemster en betrokken voorzitster van Intermobiel praat openhartig over haar kinderwens en haar beperkingen. Ze is inmiddels dertien jaar samen met Emile. Ze woont in Arnhem met haar twee hulphonden Amor en Stitch. Emile woont in Roermond.    
                                                    
‘Huisje boompje beestje’ wens
Ik had als klein meisje niet de wens, dat ik zeker wist, dat ik later moeder wilde worden. Toen ik ouder werd en een lange relatie had, kwam de ‘huisje boompje beestje’ wens om samen een gezin te gaan vormen. Die wens werd flink verstoord toen op mijn achttiende de dystrofie zich over mijn hele lichaam verspreidde. Dit had verstrekkende gevolgen als: weg zelfstandigheid, studie, baan, relatie, toekomst en niet meer kunnen lopen en zitten.

Gelukkig kwam er een andere man in mijn leven, waar ik al vele jaren gelukkig mee ben. Als ik gezond zou zijn en het ons gegeven was, dan zouden we nu zeker kinderen hebben. Alleen is het nu een geheel andere situatie. Ik kan niet voor mezelf zorgen en ik heb bijna overal hulp bij nodig. Ook ben ik als bedlegerige niet mobiel. Ik heb weinig energie, veel pijn en slaap slecht, wat ook op mijn humeur invloed heeft. Ik wil alleen een kind als ik er zelf ook voor kan zorgen. Voor mij persoonlijk is het belangrijk om mijn kind zelf te kunnen vasthouden en om het bijvoorbeeld te helpen als het gevallen is. Ik wil niet dat alleen anderen voor mijn kind zorgen.

Als er nu iets met één van mijn twee hulphonden (Amor of Stitch) is, voel ik me al machteloos. Ik kan niet even kijken wat er gebeurd is. Dan word ik me erg bewust van het feit dat mijn lichaam me te veel in de weg zit om de verantwoordelijkheid voor de zorg van een kind te dragen. Mijn vriend kan gezien zijn werk niet 24 uur per dag op het kind letten. Tevens zorgt hij ook veel voor mij. 

 

Kids van anderen
Ik vind het altijd gezellig als mijn zusje of een vriendin hun kinderen mee nemen. Alleen ben ik na één of twee uur mijn energie al geheel kwijt. Ik had zelf ook graag kinderen gehad, maar in deze situatie is het voor mij niet mogelijk. Zwanger worden en een zwangerschap uitdragen is al een topprestatie. Bevallen is ongeveer een onmogelijkheid. Een keizersnee kan een risico voor de dystrofie zijn. Naast deze problemen speelt ook mee dat ik het mijn kind niet wil aandoen. Het kind zal aan liefde zeker niets tekort komen, maar ik wil het kind niet in deze moeilijke situatie brengen. Ik weet niet hoe lang ik nog leef of wil leven. Ik wil niet dat de kans groot is dat het kind haar moeder jong zal verliezen.

Uit liefde
Uit liefde voor mijn kind heb ik besloten geen kinderen te willen. Ik wil het kind een onbezorgde jeugd kunnen geven. Of in ieder geval er niet bewust voor kiezen om hem/haar een moeilijk en zwaar leven te geven. Natuurlijk is niet alles in het leven te plannen en uit de weg te gaan. Natuurlijk weet je nooit wanneer je ziek wordt of dood gaat, maar in mijn situatie is dat toch anders. Ik begin in een situatie waarin ik ernstig ziek ben. Als ik toch een kind zou nemen, zou dat puur vanuit egocentrische overwegingen zijn. Zijdelings speelt mee dat er een kans is, dat ik de dystrofie aan mijn kind kan doorgeven.

Met de neus op de feiten
Toen mensen in mijn naaste omgeving zwanger raakten, merkte ik dat dit toch het nodige weer naar boven bracht qua gevoelens over mijn onvervulde kinderwens. Je kunt verstandelijk iets besluiten, wat toch anders is dan emotioneel iets besluiten. Als iemand in je naaste omgeving zwanger is, is dat toch anders dan dat het iemand betreft die je vaag kent. Sommige zwangere mensen in mijn omgeving beseften wel degelijk dat dit voor mij heel erg dubbel was om te ervaren. Anderen dachten daar totaal niet over na. Ik wilde ook niet steeds mijn gevoel hierover uitspreken, omdat ik blij voor hen was en ik niet wilde dat het weer om mij draaide. Veel mensen zijn zich ook niet bewust, dat zwanger worden en zwanger zijn, niet zomaar voor iedereen vanzelfsprekend is.

Eigen keuze
Iedereen met een lichamelijke handicap moet absoluut zelf beslissen of hij/zij wel of geen kinderen wil. Er zijn meer dan voldoende moeders met een handicap die meer dan een goede moeder zijn en waar een kind niets te kort komt. Er wordt vaak bewust en weloverwogen over een kind krijgen nagedacht. Het is een individuele keuze en afweging die je alleen zelf, in overleg met je partner en je naaste omgeving, kunt maken. Ik vind dat het juist daarom gaat en dat je schijt moet hebben aan wat anderen erover zeggen of denken. Je moet zelf je eigen afweging maken en je hart volgen, maar dan wel met je verstand erbij. Je moet niet alleen kijken naar je eigen behoefte. Ik vind dat je zeker ook moet kijken naar wat het voor het kind betekent en wat in het belang van het kind is.

Andere invulling
Nu ik voor mijn gevoel geen moeder met een handicap kan zijn, heb ik wel de mogelijkheid om mijn kinderwens anders in te vullen om op een andere wijze met kinderen in mijn omgeving om te gaan. Ik ben nu 'een cadeautje tante met handicap' en een ‘knutsel tante’ geworden. Zo kan ik mijn kinderwens op een andere wijze invullen en de kinderen om me heen anders aandacht geven, dan ik zelf als moeder met een handicap zou doen. Het is natuurlijk anders dan zelf een kind hebben, maar dit is wat ik nu kan doen om de rol van tante in te vullen. Zo wordt mijn niet vervulde kinderwens toch deels ingevuld.
 

 Mick en Stitch     Mick, Stitch en Amor


Geschreven door Veroni Steentjes voor Stichting Intermobiel
Geredigeerd door Johan Fiddelaers
Bron: Mobiel Magazine december 2012