Stichting Intermobiel

Interview met Esther Vergeer over rolstoeltennis en basketbal

‘Het sporten was een speelse manier om met mijn rolstoel om te gaan en mijn handicap te leren accepteren’

Deze keer hebben we een gesprek met olympisch en wereldkampioen rolstoeltennis Esther Vergeer. Ze heeft even tijd gemaakt voor Intermobiel in haar drukke agenda.

Kan je jezelf kort voorstellen voor de mensen die je niet kennen?
Ik ben 24 jaar en woon in Woerden. Ik heb de HBO studie management, economie en recht in 2003 afgerond en doe aan tennis. Dat is op dit moment mijn beroep. Daarnaast werk ik op de Johan Cruijff universiteit voor 1 dag in de week. Ik heb twee jaar geleden de stichting Handzzzup  opgericht die rolstoelclinics organiseert voor jeugd. ’
Esther Vergeer, rolstoeltennisster in actie
fotograaf Maaike Smit

Op 8 jarige leeftijd ben je in de rolstoel terechtgekomen. Deed je daarvoor ook al veel aan sport?
Eigenlijk helemaal niet. Vlak voordat de bloedvatafwijking een rol ging spelen, was ik net een half jaar bezig met badminton 1 keer per week. Mijn hele familie deed weinig aan sport.Vandaar dat ik er ook niet veel mee bezig was. Pas in het revalidatiecentrum ben ik gaan sporten.’

In 1990 kon je na de operatie niet meer lopen.
Wat was een stimulans voor je om door te gaan met je leven?
‘Ik denk dat het vooral mijn omgeving is geweest: mijn school, thuis, vrienden en familie. Ik werd gewoon als normaal behandeld en niet als zielig of apart. Ik denk dat dat een onbewuste stimulans is geweest om door te gaan. Het was niet echt een prikkel van: Esther, je hebt het nu erg zwaar, kop op ga door. Ik werd normaal behandeld dus het is een normaal iets om door te gaan. Ik was nog zo jong en realiseerde me misschien niet voor de volle 100% wat voor consequenties het allemaal zou hebben. Als je ouder bent, dan stort misschien meer je wereld in dan als je 8 jaar bent. Dus ik denk dat leeftijd wel parten heeft gespeeld. Dat het daardoor iets makkelijker voor me was, dan als je op oudere leeftijd gehandicapt raakt.’

In het revalidatiecentrum maak je kennis met rolstoelsport om je rolstoel te ontdekken. Vond je het meteen al leuk om aan rolstoelsport te doen? ‘Het was in het begin wel heel lastig, omdat ik in het begin natuurlijk niet om wist te gaan met de rolstoel. Maar daarna was het ook juist wel weer een uitdaging om het extra goed te gaan kunnen. Het was allemaal spannend en nieuw.’

Wat gaf de rolstoelsport je voor gevoel? ‘Als je in een rolstoel terecht komt, word je alleen maar geconfronteerd met dingen die je niet kan. Het sporten was een speelse manier om met mijn rolstoel om te gaan en mijn handicap te leren accepteren. Het sporten was ook een uitlaatklep voor mij om de energie die je als kind hebt, om die toch kwijt te kunnen. Het gaf mij wel het gevoel van dit kan ik wel. Ik had er ook veel plezier in. Het was een must, omdat het onderdeel was van het revalidatieprogramma. Maar toch was het ook wel weer het leukste onderdeel waar ik mee te maken kreeg. Dan zet je je daar ook wel weer extra voor in. Zodoende heb ik het sporten uitgebouwd en leer je mensen kennen en word je lid van een vereniging. Zo ging dat balletje eigenlijk rollen. ‘

Stonden je ouders je erg bij met het sporten?
‘Zonder de steun van mijn ouders had ik dit ook nooit kunnen redden. Voor vervoer was ik afhankelijk van mijn ouders. Ze hebben me vanaf het begin 100% gesteund. Ze zagen meteen wat sport voor me deed. Ik kon er mijn energie in kwijt kon en ik had er veel lol in. Ik kreeg er zelfvertrouwen door en werd zelfstandiger. Ze dachten dit moeten gewoon steunen, want het is belangrijk voor Esther haar ontwikkeling en we zien wel waar het dan komt. Ze hadden ook nooit durven dromen dat ik op dit niveau zou uitkomen.’

In het revalidatiecentrum ben je begonnen met rolstoelbasketbal en tennis. Na de revalidatieperiode ben je doorgegaan met basketbal en tennis. Hoe heb je het sporten en naar school gaan kunnen combineren?
‘De basisschool was geen probleem, omdat ik toen nog niet heel veel aan het sporten was. Toen ik naar de middelbare school ging, was ik wel meer tijd kwijt met tennis en basketbal. Ik plande het zo dat ik het vaak in het weekend deed of in vakanties. Als ik een keer vrij wilde hebben, was mijn middelbare school erg meewerkend en mocht ik gewoon weg. Ze werkten erg mee als het maar binnen de perken bleef.

Esther Vergeer in actie

Fotograaf:Maaike Smit

Toen ik naar het HBO ging, moest ik kiezen tussen tennis en basketbal, omdat het teveel werd. Ik heb toen voor tennis gekozen, omdat daar veel meer uitdaging lag. Je kon er meer mee reizen en het is toch een individuele sport. Je doet het allemaal zelf. De uitdaging van nummer 1 op de ranglijst en naar de paralympics gaan, dat lag allemaal in het verschiet. Dat waren kansen die ik had. Vandaar de keuze voor tennis. Op het HBO was het wel lastig om vrij te krijgen. Toen ik de propedeuse had gehaald en veel gesport had, heb ik hun ervan kunnen overtuigen dat het serieus was en dat het moest voor trainingsstages en toernooien. Toen hebben ze wel meegewerkt. Ik heb zelfs een keer tentamen tijdens een toernooi in Amerika gedaan. Als ze niet mee hadden gewerkt, dan had ik niet kunnen presteren waar ik nu sta.’

Heb je bewust voor een topsport carrière gekozen?
‘Ik had nooit van tevoren durven denken, dat ik van mijn sport mijn werk kon maken. Dit is nog steeds voor weinig mensen weggelegd. Dat is algemeen in de sport zo en zeker bij gehandicaptensport. Er is niet genoeg prijzengeld om er je baan van te maken dus je bent afhankelijk van sponsoren. Sponsoren krijgen is natuurlijk ook niet erg makkelijk. Valide of invalide sport, dat maakt niet zoveel uit. Het is en blijft erg lastig dus ik had dat van tevoren nooit zo kunnen plannen. Het is dus een beetje zo gelopen. Ik ben wat dat betreft in een erg luxe positie. ‘

Gebruik je een speciale rolstoel tijdens het tennissen?
‘Ik gebruik inderdaad een speciale rolstoel. Het is een rolstoel die helemaal op maat gemaakt is en ook van licht materiaal is. Dit wordt door de rolstoelfabrikant Quickie onder de firma Sunrise Medical gesponsord. Ik zit dus in de luxe positie dat ik altijd het nieuwste van het nieuwste heb. Dat scheelt enorm. De rolstoel kan worden aangepast aan de ondergrond waarop ik speelt en op mijn speelstijl. ‘

Rolstoeltennister Esther Vergeer
Fotograaf:Maaike Smit
Welke kwaliteiten van jezelf komen erg van pas bij je topsport?
’Ik denk dat een grote eigenschap die ik verkregen heb, is dat ik doorzettingsvermogen heb. Ik was altijd al wel een doorzetter en wist wat ik wilde, maar ik denk wel dat het versterkt is door het feit dat ik in een rolstoel terecht ben gekomen. En door het feit dat ik zoveel sport en reis. Dat je altijd wel je mond bij je moet hebben en dat je voor jezelf moet weten op te komen. Deze eigenschap heb ik sterk ontwikkeld. Met sporten ben ik wel gedisciplineerd, maar als het op iets anders aankomt, weet ik niet
zeker of dat op mij van toepassing is.’

Je zet je voor goede doelen in zoals Intermobiel en Kika.Je hebt twee jaar geleden de Stichting Handzzup opgezet. Waarom heb je Handzzup opgezet?

‘Toen ik zelf aan sport wilde gaan doen, wist ik niet goed waar ik naar toe moest en terecht kon. Die drempel wil ik wegnemen, omdat ik het belangrijk vind dat kinderen met een handicap aan sport gaan doen. Ze krijgen er meer zelfvertrouwen en zelfstandigheid door. Ik wil ze dus een duwtje in de rug geven en informatie verschaffen waar ze naar toe kunnen gaan. Het is niet zo dat ik zo helemaal aan de hand meeneem en alles doe.’

Wat houd je werk voor Handzzup in?
‘Ik geef clinics bij revalidatiecentra en mytylscholen. Aan het begin van de dag kunnen de kinderen nog geen bal over het net krijgen. En aan het einde van de dag denken ze dat ze de hele wereld aan kunnen en ze hebben een lach van oor tot oor. Dat is toch waar je het voor doet. Dat is weer een reden om daarmee door te gaan.’

Je hebt aan Intermobiel vorig jaar je tennisracket geschonken voor de veiling. Wat spreekt je aan in Intermobiel?
‘Ik denk dat het heel erg goed is om een zo breed mogelijk netwerk te krijgen van jongeren met een handicap. Zo sta je ook gewoon veel sterker. Er is zoveel kennis bij elkaar. Als je het van elkaar niet weet, dan blijven zoveel kansen liggen. Ik vind het daarom een heel erg goed initiatief. Ik vind het leuk dat ik een bijdrage kon leveren aan de veiling.

Wat is je lijfspreuk of levensmotto?
Als je het niet probeert, lukt het nooit. Deze is wel gestolen, namelijk van Johan Cruyff. Ik vind het een goede uitspraak en kan me daar helemaal in vinden. Het is natuurlijk heel erg waar dat als je het niet probeert, het nooit lukt. Als er iets op je pad komt, moet je het een kans geven en proberen. Dan pas kan je zeggen dat het niet wil of kan. Dus deze uitspraak vind ik wel erg bij me passen. ‘

Geschreven door Veroni Steentjes
m.m.v. Esther Vergeer