Stichting Intermobiel

Interview Barbara

Een duizendpoot met een beperking

“Ik ben niet alleen mama, huisvrouw en echtgenote, maar heb daarnaast ook een groter sociaal leven dankzij mijn werk”

Barbara is getrouwd en moeder van twee kleine kinderen. Ze woont op een boerderij op de Veluwe waar ze samen met haar man een melkveebedrijf heeft. Daarnaast is ze ook nog eens laborante. Dit is het leven van Barbara: druk, veelzijdig en met veel verantwoordelijkheid. Veel van ons zouden niet weten hoe ze het allemaal moesten combineren. Barbara doet dit toch iedere dag en dat is bijzonder, want bij haar werd de diagnose heupdysplasie geconstateerd. Gelukkig gaat het na een paar operaties redelijk goed en kan ze weer bijna alles wat ze daarvoor ook deed. Maar hoe doet ze dat toch allemaal? Barbara Wilbrink

Heupdysplasie
Op haar zeventiende werd geconstateerd dat Barbara heupdysplasie had. Toch werd er door de doktoren weinig ondernomen en kreeg ze er later erg veel last van. Na veel pijn te hebben gehad en verschillende keren onder het mes te zijn geweest, heeft ze in maart 2006 een heupprothese gekregen. Alhoewel de pijn niet helemaal weg is en ze nog steeds een slechte heup heeft, gaat het gelukkig een stuk beter. Barbara: “Ik heb het gevoel dat ik sinds die operatie bezig ben met een comeback. Ik ga langzaam maar zeker verder waar ik vier jaar geleden ben blijven steken.”, aldus Barbara.

Laborante
Inmiddels is Barbara getrouwd en is ze moeder van twee kleuters. Ze is na haar laatste operatie langzaamaan weer aan het werk bij het bedrijf waar ze al negen jaar voor werkt. Zestien uur per week is ze laborante op een milieulaboratorium. In dit laboratorium worden bodemmonsters en water op vele componenten en stoffen onderzocht. Zelf werkt ze op de afdeling oplosmiddelen. Ze analyseert water en bodemmonsters op oplosmiddelen die onder andere te vinden zijn in benzine, verf, verfverdunners en lijm. “Toen ik op de mavo zat, deed ik mee aan een snuffelstage. Ik kreeg de geledenheid een kijkje te nemen bij een bepaald beroep wat mij op dat moment interesseerde. Ik koos voor een stage op een laboratorium, omdat ik scheikunde altijd al een erg leuk vak vond. Ik was meteen verkocht en ben meteen na de middelbare school een laboratoriumopleiding gaan volgen. Na eerst wat uitzendwerk te hebben gedaan, ben ik uiteindelijk terecht gekomen bij dit bedrijf.”

Op de boerderij
Naast het werk op het laboratorium, haar rol als moeder van twee kinderen én echtgenote, doet ze ook werkzaamheden bij het melkveebedrijf dat haar man en zij hebben. Ze doet daar voornamelijk de administratie. “Ik doe niet alleen een deel van de boekhouding. Als er dieren worden geboren of overlijden meld ik dat aan de betreffende instanties. Deze klusjes nemen over het algemeen niet veel tijd in beslag. Afgezien van de boekhouding die toch één keer in het kwartaal wat meer werk vereist. Daarom heb ik dit ook altijd kunnen doen toen ik nog veel last had van de heupdysplasie. Ik heb daarnaast pas een cursus inseminatie bij runderen afgerond. Ik ben dus nu in de gelegenheid om een kind te verwekken bij een ander. Bijzonder, toch? Of het ook al echt gelukt is, is nu nog niet te zien. Als het in de toekomst nog wat beter met me gaat, wil ik nog wat meer gaan doen op de boerderij. Ik help al af en toe met het melken, maar omdat je daarbij veel moet lopen en staan is dit voor mij nog een hele opgave. In de toekomst willen mijn man en ik het bedrijf graag samen overnemen. Dan zal ik dus ook weer volledig moeten werken in het bedrijf. Of dit plan ook tot uitvoer komt, hangt onder andere af van mijn herstel. Dat moeten we dus nog even afwachten, maar ik ben al aardig op weg!”

Sociaal leven
“Ik heb er bewust voor gekozen om toch aan het werk te blijven op het lab ondanks dat ik af en toe veel pijn had door mijn heupdysplasie. Het was af en toe erg zwaar, maar toch gaf het werk mij ook afleiding. Ik ben als laborante erg geconcentreerd bezig. Dit is nodig gezien het feit dat ik met chemicaliën werk. Daarbij geeft het werk me ook veel voldoening. Ik ben niet alleen mama, huisvrouw en echtgenote, maar heb daarnaast ook een groter sociaal leven dankzij mijn werk. In de tijd van mijn operaties heb ik wel gemerkt dat veel van mijn toenmalige vrienden zijn afgehaakt. Die contacten miste ik wel. Internet is een geweldige plek om nieuwe contacten op te doen, maar deze zijn vaak vluchtiger en vrijblijvender. Dat is toch anders.”

Begrip op de werkvloer
“Ik vind het moeilijk om te zeggen of er veel begrip is voor mijn handicap bij mijn werkgever. Als je kijkt naar de aanpassingen die er voor mij zijn gedaan op de werkvloer, is er wel veel begrip. Er is bijvoorbeeld ook rekening gehouden met parkeren. Op het werk is gebrek aan parkeerruimte, maar ik heb op medische gronden toestemming gekregen om op eigen terrein van het bedrijf te parkeren. Zo loop ik niet de kans dat ik hele stukken moet lopen. Ook heeft het bedrijf toegestemd met een tijdelijke regeling waarbij ik verlof-uren kan opnemen om eerder naar huis te gaan. Dit was om te voorkomen dat ik uiteindelijk in de WAO terecht zou komen. Aan de andere kant zijn er ook momenten waarbij er minder begrip wordt getoond voor mijn handicap. Ik moest op een gegeven moment nachtdiensten draaien, terwijl eigenlijk heel duidelijk was dat dit gezien mijn situatie niet te doen was. Waar ik ook erg teleurgesteld in ben, is dat het bedrijf na mijn laatste operatie geen enkele blijk van medeleven heeft getoond. Ik heb geen kaartje gehad, geen fruitmand of een enkel bezoekje. Dat heb ik wel gemist. Het gaat mij natuurlijk niet om het materiële, maar om dat stukje aandacht dat je toch wel verwacht van een bedrijf waar je je zo veel mogelijk voor inzet. Toch zijn mijn naaste collega’s erg begripvol. Als ik om hulp vraag, is er altijd wel iemand die voor mij klaar staat, bijvoorbeeld met het tillen van iets. Ze zijn erg meelevend en proberen mij daar waar dat nodig is te steunen. Ik kan me herinneren dat ik voor mijn operatie echt niet zonder krukken moest lopen, dan kreeg ik dat meteen te horen. Het zijn echt supercollega’s!”

Begrip van de familie
“Bij mijn familie is er niet altijd begrip voor mijn keuze om te blijven werken. Er wordt wel eens gezegd dat het verstandiger zou zijn om te stoppen met werken als het allemaal te zwaar is. Financieel is dat gewoon niet mogelijk. Dan moet je een moeilijke keuze maken. Ik heb ervoor gekozen om wel te blijven werken, maar dan wel in mindere mate. Zo hebben we toch een redelijk inkomen en belast ik tegelijk mijn lichaam niet al te veel.”

Gezinsleven
“Ondanks al deze werkzaamheden en de last die ik toch nog ondervind van mijn heupdysplasie, kan ik het allemaal prima combineren met mijn gezin. Dit is een stuk makkelijker dankzij het feit dat mijn man en mijn schoonouders thuis bij ons op de boerderij werken. Daardoor is er altijd wel iemand om de kinderen op te vangen. Zo kunnen ze tussen de middag gewoon naar huis waar mijn man of zijn ouders er voor ze zijn. Ik zorg dat ik na schooltijd zoveel mogelijk thuis ben om ze op te vangen. We hebben nog wel een hulp in de huishouding. Dit omdat mijn man schouderklachten heeft naar aanleiding van een ongeluk dat hij een jaar geleden heeft gehad. Na dit ongeluk werd het voor hem moeilijk om met die klachten de huishoudelijke klusjes te doen. Al met al is het met behulp van mensen om mij heen dus allemaal goed te combineren.”

Moeilijkheden
“Toch zijn er natuurlijk nog wel wat moeilijkheden waar ik met mijn beperking tegenaan loop. Ik heb er bijvoorbeeld moeite mee om aan te geven wanneer het een dag wat minder met mij gaat. Als er zo’n dag is waarop ik minder kan doen, vind ik het lastig om dat tegen een ander te zeggen. Ik vind het zelf moeilijk om daar mee om te gaan. Voor vrienden, familie en collega’s is dat misschien nog moeilijker. Zij kunnen ook niet altijd alles aanvoelen. Het vragen van hulp blijft ook een moeilijkheid, juist nu het weer wat beter gaat. Ik ‘vergeet’ dan om te vragen of iemand anders iets wil pakken waardoor ik daar zelf later weer last van ondervind. Toch gaat het beetje bij beetje weer beter met mij en pik ik langzaam het leven weer op waar ik vier jaar geleden ben blijven steken. Het voelt voor mij dus echt als een comeback!”

Geschreven door Sanne Wunderink