Stichting Intermobiel

Denise over haar hulphond van de Martin Gaus Geleide- en Hulphondenschool

'Lola maakt voor mij het verschil tussen lopen of in een rolstoel zitten.'

Voorstellen
Denise is 26 jaar oud. Zij studeert Commerciële Economie aan de Hogeschool van Rotterdam. Op dit moment zit ze in de afstudeerfase van de richting strategische marketing en communicatie. Het grootste gedeelte van haar studietijd heeft Denise in Rotterdam gewoond. In 2006 heeft ze meegedaan aan de Mis(s) verkiezing opgezet door Lucille Werner. Daarna is haar toestand zo verslechterd dat zij besloten heeft dichter bij haar familie te gaan wonen. Omdat er geen aangepast huis beschikbaar was en zij wel verzorgd moest worden, is zij weer terug gegaan naar haar ouderlijk huis. Denise woont op het moment zelfstandig. Ze heeft al langere tijd een vriend, maar ze wonen nog niet samen. Denise heeft een hulphond Lola.

Dag- weekindeling
Denise staat op om tien uur ´s ochtends en gaat om elf uur ´s avonds naar bed. Vanaf 19.00/20.00 uur ligt ze al op de bank. In de uren dat ze op is, gaat ze drie keer per week naar de fysiotherapeut, twee keer per week naar hydrotherapie, één keer per week naar ontspanningstraining en één keer per week naar de medisch psycholoog. De medisch psycholoog geeft Denise ondersteuning in het omgaan met dagelijkse dingen die door haar beperking niet meer kunnen. De medisch psycholoog houdt, anders dan een ´gewone´ psycholoog, rekening met haar beperking.

Denise met hulphondLola 
Fotograaf: Halluta

Verder zit ze zo gemiddeld om de week bij een dokter en probeert ze zo veel mogelijk uren per dag te studeren. Denise is een student op afstand, Dat betekent dat ze geen colleges volgt en in plaats van een tentamen bijvoorbeeld een essay schrijft. Als ze erg gespannen is, houdt ze zich bezig met creatieve hobby’s of met het inkleuren van plaatjes. Tot slot is Denise actief bij Stichting Intermobiel sinds de Mis(s)verkiezing in 2006. Ze hielp met de benefietavond in maart 2007, die door Mia Cobben in Beegden was opgezet om geld in te verzamelen voor het project van de vakantiewoning. Ook zit Denise in het Intermobiel promotieteam.  Wanneer er een voorlichting- of benefietactiviteit bij haar in de regio is, wil ze graag meehelpen als ze dat fysiek aan kan. In de zomer van 2009 hielp ze ook mee met de zomermarkt in Beegden. Ook is ze actief voor het Power Platform. Tevens vertelt zij graag haar verhaal aan anderen in de hoop zo voor anderen een steun en een houvast te kunnen zijn.

Waarom een hulphond?

In 2006 heeft Denise, zoals hierboven al geschreven, meegedaan aan de Mis(s) verkiezing. Ze had er voor gekozen om dit lopend te doen en geen gebruik te maken van haar rolstoel. Na afloop is er veel gebeurd. Haar lichamelijke situatie was hard achteruit gegaan en zij was inmiddels in een rolstoel beland. Daarnaast bleek het niet langer mogelijk om in Rotterdam te blijven wonen en daarom trok zij weer in bij haar ouders in. Om zelfstandig te kunnen gaan wonen, waren er twee opties. Of gaan wonen in een Fokuswoning of zelfstandig gaan wonen met een hulphond. Om in Fokus te kunnen wonen, moet je minimaal vijf uur in de week zorg afnemen. Voor Denise was dit geen optie, omdat zij graag alles wat ze zelf kan doen zelf wil blijven doen.

Tijdens het revalidatieproces heeft Denise samen met de ergotherapeut bekeken wat zij aan energie zou overhouden wanneer een hulphond dingen zou overnemen van haar zoals bijvoorbeeld: iets van de grond oprapen (bukken), de post brengen, een deur opendoen of de telefoon opnemen. Dit bleek het verschil te maken tussen kunnen lopen of in een rolstoel blijven! Daarnaast houdt een hulphond onvoorwaardelijk van je. Al heb je een echte rotdag, de hond helpt je en vraagt daar niets voor terug. Ze helpt onvoorwaardelijk. En je hoeft je nergens voor te schamen, want de hond houdt toch van je.

Het aanvraagtraject
Hulphonden en blindengeleide honden worden sinds 1 januari 2006 vergoed als hulpmiddel in het basispakket volgens de Zorgverzekeringswet. De individuele zorgverzekeraar mag zelf de voorwaarden stellen hoe de verzekerde in aanmerking kan komen en geïndiceerd dient te worden. Voorheen werd het uit een AWBZ subsidie betaald via het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Dit werd door het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) uitgevoerd, dus er was één loket en één instelling die de indicaties binnen twee weken deed.

De eerste aanvraag voor een hulphond heeft Denise gedaan door middel van een brief van haar ergotherapeut aan haar zorgverzekeraar. Het hele medische team in het revalidatieproces rondom Denise heeft vooraf advies gegeven. In eerste instantie werd de aanvraag bij de zorgverzekeraar afgewezen. Er was aanvullende informatie nodig waarom een hulphond voor Denise zo belangrijk zou zijn. Denise heeft de zorgverzekeraar bij haar thuis uitgenodigd. Toen heeft zij kunnen motiveren en laten zien wat het voordeel voor haar zou zijn als er een hulphond zou komen. Hierop volgde al een paar weken later een toestemming.

De zorgverzekeraar heeft met een aantal hulphond organisaties een contract. Je kunt uit één van deze organisaties kiezen als je de hulphond geheel vergoed wilt krijgen. Kies je een andere organisatie dan de vijf genoemde, dan krijg je slechts de helft van het geld vergoed en moet je alles zelf regelen. Denise heeft het hele proces benaderd alsof ze een product, bijvoorbeeld een laptop, ging aanschaffen. Ze heeft op internet gekeken om onder andere prijzen te vergelijken, maar ook heeft ze de drie verschillende instellingen gebeld. Aan alle drie heeft ze gevraagd waarom zij nou juist met hen in zee moest gaan. Bij Stichting Hulphond vond ze dat ze niet voldoende informatie kreeg door de telefoon. Ze werd terugverwezen naar de website www.hulphond.nl. Bij stichting de hond kan de was doen  vond Denise dat ze op jaarbasis te weinig honden afleverden om voldoende ervaring op te doen.

De Martin Gaus Geleide- en Hulphondenschool stond haar wel goed te woord. Serge Gaus, de zoon van Martin Gaus, belde zelf terug en nam de tijd voor haar verhaal. Hij is persoonlijk langsgekomen vanuit Lelystad naar Sittard om kennis met haar te maken en te kijken wat ze wilde. Dit was geheel vrijblijvend! Het klikte direct met Serge en hij was niet pusherig. Hij gaf aan hoe hij werkte en dat het in het belang van de hulphond en de cliënt is. Hij is streng voor de honden, maar ook voor de cliënten. Als je niet goed voor de hulphond zorgt, gaat hij terug. Een hond is duidelijk geen gebruiksartikel zoals een laptop. Bij Serge had Denise het gevoel dat hij dit echt doet, omdat hij het vanuit zijn hart doet en omdat hij het leuk vindt om mensen te helpen.

De aanvraag bij de Martin Gaus Geleide- en Hulphondenschool
Nadat Denise het gesprek met Serge Gaus had gehad, kreeg zij bedenktijd. Meteen de volgende dag heeft ze al gebeld dat ze graag een hulphond van de Martin Gaus Geleide- en Hulphondenschool school zou willen. Daarop volgde een tweede gesprek waarbij werd gescreend op het karakter van Denise, maar er werd ook gekeken naar wat voor soort hond zij wilde, het uiterlijk, waar hij voor gebruikt ging worden en wat voor karakter de hond moest hebben. Vooraf had Denise besloten dat ze een Berner Sennen hond wilde of een katoenhondje. Het katoenhondje bleek bij nader inzien te klein voor de taken die hij zou moeten uitvoeren voor Denise. Serge gaf aan dat een Berner Sennen hond wel mogelijk zou zijn, maar dat dan de wachttijd enorm zou kunnen oplopen, wel tot vijf jaar. Daarnaast is de levensverwachting van een Berner Sennen hond gemiddeld maar zo´n vijf jaar en dat is kort. De hulphond komt pas als hij al ruim één jaar oud is bij je thuis en het wordt wel een soort van kind van je. Om dan zo snel weer afscheid te moeten nemen, is niet prettig. Tot slot moet een Berner Sennen hond veel gekamd worden en dat moet je fysiek natuurlijk wel kunnen. Serge legde uit dat een Koningspoedel  eigenlijk heel goed zou kunnen passen. Vooral omdat die goed op twee poten kan lopen. Denise zag dat ras niet zo zitten en heeft uiteindelijk gekozen voor een Golden Retriever. Achteraf denkt ze dat het uiteindelijk niet zo veel had uitgemaakt. Het gaat om het karakter van de hond, niet zo zeer om het ras van de hond.

De Martin Gaus Geleide- en Hulphondenschool kan je ook helpen bij het doen van een aanvraag voor een hulphond. Daarnaast geven zij de gelegenheid om in contact te komen met andere eigenaren van hulphonden. Zo kun je eens langsgaan en kijken of het ook wat voor jou is.

De wachttijd
Denise had geluk. Er was al een puppy die aan het begin van de training stond, die geschikt leek voor Denise. Hierdoor heeft Denise maar negen maanden hoeven wachten, totdat Lola bij haar kwam. De honden van de Martin Gaus Geleide- en Hulphondenschool zijn al voor 75 procent ´af´ als ze worden afgeleverd. Dit betekent dat Lola in staat was alle basisdingen te doen, alleen nog niet in de woning van Denise. Zo moest zij bijvoorbeeld leren welke voordeur de juiste voordeur was. Deze basistraining wordt volledig door de school gedaan. Denise vindt het prettig dat zij niet betrokken is geweest bij de basistraining van de hulphond. Zij denkt dat het voor de binding met de hond weinig uitmaakt. Daarnaast zijn de trainers van de school veel beter in het trainen van de hulphonden. Dingen waar jij een week over doet, doen zij in een dag. Dat scheelt een hoop frustratie.

Na negen maanden kwam Lola bij Denise voor een kennismakingsweekeinde. Ze kwam op vrijdag. Er was dagelijks telefonisch contact met de school of het goed ging. Maandag mocht Denise aangeven of ze Lola wilde houden of niet. Daarnaast werd gekeken hoe het met de hond was en of zij nog ´happy´ was. Denise was direct overtuigd. Lola paste helemaal bij haar. Ze is knuffelig, maar soms ook heel druk. Net als Denise. Wat helemaal leuk is, is dat Lola op dezelfde dag jarig is als Denise. Het ging direct heel goed.

De eerste periode thuis

De begeleiding vanuit de school was heel persoonlijk. Serge kwam soms met de camper op de stoep kamperen. Deze thuisbegeleiding duurt zes maanden tot een jaar. Gemiddeld één keer per week. In het begin is de begeleiding intensief. Later wordt dat minder. Serge Gaus is zo lang gebleven als nodig was. Er werd ook goed naar de hond gekeken of het daar nog steeds goed mee ging en of de verzorging goed was. Serge heeft Denise geleerd hoe je de hond nieuwe dingen kunt aanleren. Maar als je er niet uitkomt, kun je altijd bellen en dan komen ze langs als dat nodig is.

Aandacht voor de hulphond
Voordat je toestemming krijgt voor een hulphond moet eerst duidelijk zijn dat je daadwerkelijk voor de hond kunt zorgen. Je moet fysiek in staat zijn de hond elke dag uit te laten. Gewoon een rondje vindt Lola niet leuk. Ze moet echt los kunnen. Denise plant er echt tijd voor in. Ze gaan dan naar het bos waar Lola lekker achter ballen aan mag rennen. Dan leeft Lola zich helemaal uit. Als Denise echt niet kan, zorgt ze dat iemand anders voor Lola kan zorgen.

Denise met Lola
Fotograaf: Halluta

De kosten
Vanuit de hulphondenschool werd de hond ´afgeleverd´ met een basispakket. Hierin zaten een slaapkussen, speeltjes, voeding en het dekje dat Lola draagt. Denise gebruikt een speciaal dekje. Omdat zij vlak bij de Duitse en Belgische grens woont, heeft zij een internationaal (rood) dekje. Daarnaast bevat het dekje twee zakjes waar, naast poepzakjes voor ongelukjes van Lola, ook het medische paspoort en de noodkaart met telefoonnummers inzitten voor als Denise flauwvalt op straat. Lola kan niet zo veel in haar bek dragen. Daarom heeft ze ook een rugzakje waar kleine boodschappen in kunnen. Ook met de aanschaf van dit soort dingen heeft de school Denise goed geholpen. Via de school kun je allerlei artikelen met korting bestellen.

Vanuit de zorgverzekeraar wordt 250 euro per kwartaal vergoed. Deze 250 euro per kwartaal krijg je overigens achteraf. Je moet dus eerst drie maanden overbruggen, voordat je de eerste vergoeding krijgt! Van deze 1000 euro per jaar betaalt Denise een verzekering voor de hond. Dit kost 30 euro per maand. Van deze verzekering krijg je het merendeel van de nodige behandelingen en inentingen voor de hond vergoed. Ook als de hond een ongeluk krijgt of iets dergelijks zal de verzekering de kosten vergoeden. Normaal zou je die met een uitkering namelijk niet kunnen betalen. Verder gaat de hond minimaal twee keer per jaar naar de trimster. Daar wordt ze gewassen en worden haar poten bijgeknipt. Zo ziet ze er goed uit en door de bijgeknipte poten is de gevoeligheid van de poten beter en gaan brieven die Lola ophaalt minder gauw stuk door de lange nagels. Tot slot zorgt Denise voor veel speeltjes. Op verjaardagen en feestdagen krijgt de hond ook altijd wat. Denise maakt gebruik van een trainersbal. Hierin verstop je het eten. Zo moet de hond rennen om het eten te pakken te krijgen. Dit is handig wanneer Denise zelf niet in staat is de hond goed uit te laten.

Wat heeft Lola Denise gebracht?
Op Lola haar uiterlijk word je direct verliefd. Hierdoor krijg je veel aanspraak. Toen Denise net uit Rotterdam was vertrokken, had ze nog wel contact met vriendinnen, maar dat contact verwaterde toch. De komst van Lola heeft haar geholpen sociaal actief te blijven. Daarnaast houdt Denise door al het werk wat Lola voor haar doet zo veel energie over dat ze weer kan lopen. Met Lola durft Denise de straat weer op, omdat ze weet dat Lola haar zal beschermen. Tot slot heeft Lola het verschil gemaakt tussen in een Fokuswoning gaan wonen of zelfstandig wonen. Dat laatste past beter bij Denise.

Nadelen
Omdat iedereen Lola interessant vindt, krijg je continue mensen die haar willen aaien. Omdat Denise niet in een rolstoel zit, maar loopt denken veel mensen dat Denise de hond aan het trainen is. Dit komt ook, omdat Denise niet voldoet aan het standaardbeeld dat mensen blijkbaar hebben van iemand met een handicap. Ze ziet er altijd stralend uit net als veel andere leuke, mooie en modieuze mensen met een handicap Ook het afwijkende dekje roept vragen op. De omgeving van Denise was op een gegeven moment klaar met alle aandacht die ze telkens kreeg met haar hulphond. In eerste instantie was Denise heel verontschuldigend naar mensen toe. De medisch psycholoog heeft haar een tip gegeven: gewoon je iPod indoen, dan ´hoor´ je de vragen niet. Daarnaast is ze ook veel duidelijker. Op het dekje staat een witte cirkel met daarin een hand met een streep er door. Denise wijst de mensen nu op de witte cirkel met daarin een hand met een streep er door op het dekje. Ook moet je in elke winkel weer uitleggen dat het hier om een hulphond gaat. Tot slot kijken sommige niet-Nederlandse culturen anders aan tegen honden dan Nederlanders. Zij kunnen dan wel problemen hebben met de hond. Tegen dit probleem kun je dus in Nederland aanlopen, maar ook als je in het buitenland bent.

Tips
Een hulphond verlicht je dagelijkse leven. Maar er komen ook veel dingen bij kijken zoals tijd en energie die je er in moet stoppen naast het telkens maar moeten uitleggen wat voor soort hond het is. Dit zal wel schelen als je een zichtbare handicap hebt. Je moet wel van dieren houden en goed voor ze zorgen door ze bijvoorbeeld regelmaat te geven. Je moet ook beseffen dat het een dier is en geen machine. Het lukt niet om de hond binnen een dag iets te leren, daar is geduld voor nodig.

Het is goed om bij de aanschaf van de hulphond te werk te gaan alsof je een apparaat aanschaft. Doe onderzoek op internet en neem contact op met de leverancier. Je kunt aan de scholen gewoon vragen waarom je juist bij hen een hond zou moeten aanschaffen. Je moet het gevoel hebben dat ze het niet voor het geld doen, maar uit liefde. Ga bij de keuze van een ras niet af op wat je zelf aan (voor)oordelen hebt, maar op wat de hond kan. Luister naar het advies van de school.

Geschreven door Cindy Paardenkoper
Geredigeerd door Veroni Steentjes
november 2009