Vita informatie over carnitine
L-Carnitine
Carnitine wordt beschouwd als een aminozuur dat echter niet als bouwstof dient voor lichaamsweefsel, zoals andere aminozuren, maar een belangrijke rol speelt in de vetstofwisseling. Tevens fungeert carnitine als antioxidant. De dagelijkse inname via de voeding varieert sterk, n.l. van 5mg tot 100mg per dag. Rood vlees is de belangrijkste voedingsbron. Het lichaam maakt deze voedingsstof voornamelijk zelf met het aminozuur lysine. Hiervoor zijn tevens het aminozuur methionine, de vitamines C, B3 en B6 en het mineraal ijzer nodig. Een tekort aan één van deze voedingsstoffen zal tevens een carnitinetekort veroorzaken.
Carnitine transporteert vetzuren naar de mitochondrieën waar deze als energie verbruikt worden. Dit gebeurt o.a. in de spieren en dan met name in de hartspier. Extra carnitine kan het vet¬zuurgehalte (triglycerides) verlagen en heeft een gunstige invloed op de hdl/ldl-choles¬terol verhouding. Uit een studie is gebleken dat carnitine het cholesterolgehalte verlaagt en het hdl-cholesterol verhoogt terwijl het ECG verbetert. Carnitine verbetert dan ook bij hartpatiënten de werking van de hart¬spier bij cardiomyopathie, hartzwakte, en beschermt tegen hartvergroting. Uit autopsie is ook ge¬bleken dat de hartspier van overledenen aan een hartinfarct zeer lage gehaltes carnitine bevat. Recentelijk zijn er twee gedegen onderzoeken geweest die aantoonden dat extra L-carnitine bij mensen die net een hartaanval hadden gehad de kans op hartvergroting (decompensatio cordis) verkleint en andere verslechteringen tegengaat.
Ook wordt carnitine gebruikt bij het chronisch vermoeidheidssydroom. De mate van vermindering van klachten varieert sterk.
Vanwege het belang voor de energievoorziening van de spieren kan het ook behulpzaam zijn bij vormen van spierdystrofie en bij claudicatio intermittens (pijn in de kuiten na een eindje lopen), met name bij degenen bij wie het carnitinegehalte laag is. De werking berust gedeeltelijk op het gegeven dat bij de energievoorziening van de cellen waarvoor carnitine nodig is weinig zuurstof wordt verbruikt.
Recentelijk staat carnitine ook in de belangstelling als middel om een verzwakt immuunsysteem te versterken. Witte bloedlichaampjes hebben ook carnitine nodig om goed te functioneren. Bij aidspatiënten kon men de werking (apoptose van CD4 en 8 cellen verminderen) van lymfocyten verbeteren door extra carnitine te geven.
Carnitine is één van de lichaamsstoffen die bij het ouder worden afnemen. Ook is bekend dat het een rol speelt in de hersenen voor de levering van energie en hersencellen beschermt als er geen, of te weinig zuurstof aanwezig is. Daarom wordt carnitine momenteel toegepast om het denkvermogen te verbeteren. Met een speciale dure vorm -acetyl l-carnitine- heeft men enige verbetering tot stand gebracht bij Alzheimerpatiënten. Extra l-carnitine kan het lichaamsgehalte van acetyl l-carnitine verhogen. Dus het is aannemelijk dat onze carnitine ook als hersenvoeding kan dienen.
Carnitine kan ook helpen mannelijke onvruchtbaarheid op te heffen. Bij honderd onvruchtbare mannen die extra carnitine kregen steeg het aantal spermatozoïden en verbeterde hun beweeglijkheid. Uit een andere studie bleek dat het sperma van onvruchtbare mannen slechts een kwart van het normale carnitinegehalte bevatte.
Enkele studies met l-carnitine:
Carnitine bij ouderen: In dit dubbelblind onderzoek trachtte men het effect te onderzoeken van extra l-carnitine op de lichaamssamenstelling, de cholesterolgehaltes en op de vermoeidheidsklachten van 84 ouderen die veel last hadden van spiervermoeidheid. Alle proefpersonen dienden een mediterraan dieet te volgen. De helft kreeg 4 gram l-carnitine per dag en de andere helft placebo’s. Na dertig dagen was de vetmassa met gemiddeld 3,1kg afgenomen in de carnitinegroep en met 0,5kg in de placebogroep. De spiermassa was met 2,1kg gestegen t.o.v. 0,2kg in de placebogroep. Het totaal-cholesterol: -1,2 mmol/l in de carnitinegroep versus +0,1mmol/l; ldl- cholesterol -1,1 mmol/l versus +0,2mmol/l en het goede hdl cholesterol was met 0,2mmol/l gestegen versus 0,01mmol/l in de placebogroep. De lichamelijke vermoeidheid was volgens een test in de carnitinegroep met 40% afgenomen en de mentale vermoeidheid met 45%. Deze cijfers waren in de placebogroep respectievelijk 11% en 8%. (Drugs Aging 2003)
Carnitine en diabetes: Onlangs zijn een viertal dubbelblind onderzoeken uitgevoerd met diabetespatiënten. Bij één van die studie’s werd de invloed onderzocht van 3 x daags 1 gram l-carnitine op het bloedsuikergehalte en de cholesterolgehaltes. Na 12 weken bleek het nuchtere bloedsuikergehalte te zijn gedaald maar was er geen verschil in de ldl- en hdl- cholesterolgehaltes en een toename van triglycerides. In het tweede onderzoek, waarbij 1 gram per dag werd gegeven, keek men ook naar de risicofactor lipoproteïne. Dit cijfer verbeterde aanzienlijk in de carnitinegroep. De andere metingen niet. De andere twee studies keken naar eventuele verbeteringen in neuropatische symptomen, waar deze diabetici veel last van jadden. Hierbij verminderde 1500mg acetyl-l-carnitine (bevat 1000mg l-carnitine) de pijn. Bij 500mg mat men reeds een stijging in het aantal zenuwvezels. (Diabetes Care, 2005; Clin Ther 2003; Eur J Clin Nutr, 2005)
Carnitine bij sport: Diverse onderzoeken wijzen op het volgende. L-carnitine geeft wel bij mannen maar niet bij vrouwen een verbetering van het uithoudingsvermogen en herstel na inspanningen tot gevolg. Na enige weken gebruik van carnitine zijn bij mannen meer androgeenreceptoren meetbaar waardoor de effectiviteit van testosteron wordt verbeterd.
Carnitine bij angina pectoris: 47 mensen met chronische stabiele angina kregen, gedurende drie maanden, 2 gram l-carnitine per dag of placebo’s. De carnitine verlengde de tijd dat op 60% van het maximale inspanningen geleverd konden worden van 7,8 minuten naar 8,6 minuten. De hersteltijd daalde van 7,2 naar 5,7 minuten.
L-Carnitine en hartfalen: 51 personen met ischemische cardiomyopathie werden in twee groepen verdeeld. De ene groep kreeg naast de medicijnen die ze gebruikten (ACE remmers, digitalis en plastabletten) 2 gram l-carnitine per dag. De andere groep kreeg de l-carnitine niet. Na een maand bleek de werking van de linker hartkamer (linkerventrikelejectiefactor) in beide groepen te zijn verbeterd. In de l-carnitinegroep was de verbetering echter twee keer zo groot als in de andere groep. (respectievelijk van 37,8% naar 42,3% en van 41,5% naar 43,8%. Boven de 40% is er geen sprake meer van hartfalen. (Eur J Heart Fail 2000)
Carnitine of testosteron voor seks? 120 mannen van rond de pensioengerechtigde leeftijd deden mee aan een onderzoek naar de effecten van testosteron en carnitine op het seksueel functioneren en op vermoeidheids- en depressiviteitsklachten. Een derde van de proefpersonen kreeg 160mg testosteronundecanoate per dag, een ander derde deel kreeg 2 gram propionyl-l-carnitine en 2 gram acetyl-l-carnitine (samen circa 3 gram l-carnitine) per dag en de derde groep kreeg placebotabletten. Na drie en na zes maanden werden allerlei metingen en psychologische tests uitgevoerd waaruit bleek dat de testosteron en de l-carnitine het seksueel functioneren verbeterden en depressie- en vermoeidheidsklachten verminderden. De carnitinegroep scoorde iets beter dan de testosterongroep. De individuele verschillen binnen de groepen waren overigens groot. De testosteron had als nadeel dat het prostaatvergroting veroorzaakte. Het PSA gehalte bleef in alle groepen stabiel. Geen veranderingen traden op in de placebogroep. (Urology, 2004; )
L-Carnitine tegen vermoeidheid na chemotherapie: De cytostatica ifosfamide en cisplatina verhogen, zoals we al eerder hebben gezien, de uitscheiding van carnitine in de urine. Dit kan een oorzaak zijn van de chronische vermoeidheid die veel mensen na chemotherapie ervaren. 50 mensen die kort daarvoor een chemokuur met één van beide medicijnen hadden ondergaan en niet leden aan bloedarmoede, kregen 4 gram l-carnitine per dag gedurende een week. Na die week werd een aanzienlijke vermindering van de vermoeidheidsklachten geconstateerd bij 45 van de 50 mensen. Deze verbetering hield aan tot de volgende chemokuur. (Br J of Cancer, 2002)
Carnitine vermindert bijwerkingen cisplatina: Uit ander onderzoek blijkt dat l-carnitine, zonder van invloed te zijn op de anti-tumorwerking van cisplatina, de schade die cisplatina toebrengt aan de dunne darm en de nieren gedeeltelijk kan verhinderen. (Arch Biochem Biophys, 2002)
Carnitine bij ADHD: Jongens met 'attention-deficit hyperactivity disorder' (ADHD) oftewel hyperactieve kinderen kregen extra carnitine in een dubbelblind, placebogecontroleerd crossover onderzoek d.w.z. men kreeg eerst de placebo en daarna de carnitine of andersom.Voordien en nadien moesten ouders en onderwijzers een vragenlijst over het gedrag van de jongens invullen. Uit de antwoorden bleek dat het gedrag van deze jongens aanmerkelijk verschilde van normale Nederlandse jongens. Dit was bij 11 van de 24 kinderen na de behandeling ook nog het geval. Bij de andere 13 jongens waren na de l-carnitinebehandeling de concentratieproblemen en het agressieve gedrag verminderd. Op de verschillende vragen scoorden deze 13 jongens nu 20% tot 65% beter dan voor de behandeling. (Prostaglandins Leukot Essent, 2002) De gegeven dosering is ons nog niet bekend. 500mg tot 1000mg l-carnitine per dag (afhankelijk van de leeftijd) lijkt een geschikte doses voor deze bijzonder veilige voedingsstof.
Carnitine en alfa-Liponzuur verjongingskuur voor ratten: Een groep wetenschapper, waaronder de bekende onderzoeker Bruce N. Ames, deden drie experimenten met ratten. Jonge en oude ratten kregen extra carnitine (acetyl-l-carnitine) en liponzuur in wisselende hoeveelheden en combinaties. Vooral de combinatie van beide voedingssupplementen hadden een bijzonder tonische uitwerking op de oude ratten. De ratten die de beiden supplementen hadden gekregen voerden oefeningen die de fitheid, het geheugen en de slimheid meten beter uit dan degenen die deze niet, af slechts één van de twee hadden gekregen. Dit verschil was het opvallendst bij de oude ratten. Laboratoriumanalyses toonden o.a. aan dat de energievoorziening in de cellen efficiënter verliep, het gehalte geoxideerde stoffen daalde en het vitamine C gehalte steeg door toediening van liponzuur en carnitine. (19 feb. 2002 van Proc. Natl. Acad. of Sc., online)
L-carnitine en claudicatio intermittens: Een aantal onderzoeken, waarvan we er nu twee bestudeerd hebben, tonen aan dat l-carnitine, in een doses van 1 of 2 gram per dag, claudicatio intermittens kan verminderen. Deze aandoening wordt gekenmerkt door pijn in de kuiten na een eindje lopen en komt veel voor bij mensen met verminderde doorbloeding o.a. door aderverkalking. Een verdubbeling van de maximale loopafstand en een verdubbeling van de afstand waarbij de eerste pijn begint wordt gemeld. Met name bij de mensen die deze aandoening in erge mate hebben. Deze verbetering is ongeveer twee keer zo groot als bij mensen die een placebo te slikken krijgen. In beide onderzoeken werd geen melding gemaakt van nadelige bijwerkingen. (Cardiosource, 1999; J Am Coll Cardiol, 1995)
L-carnitine en chemotherapie: Het blijkt dat ifosfamide, een cytostatica gebruikt bij kanker, de uitscheiding van l-carnitine meer dan vertachtigvoudigt. Wellicht niet onverstandig om het aminozuur extra in te nemen tijdens en na een kuur met ifosfamide. (Cancer, Chemotherapy and Pharmacology, 1999)
L-Carnitine na een hartinfarct: Honderd patiënten die vermoedelijk een hartinfarct hadden gehad kregen gedurende 28 dagen 2 gram l-carnitine of een placebo per dag te slikken. De vijftig die de l-carnitine hadden geslikt bleken nadien minder afgestorven hartweefsel te hebben, minder last van angina pectoris, minder hartfalen en aritmiën en minder lipideperoxiden (verroeste vetten). (Orthomoleculair Jaarboek, 1996)
L-Carnitine en ME: 30 ME patiënten kregen afwisselend, gedurende twee maanden, l-carnitine of amantidine (een medicijn dat wel bij de ziekte van Parkinson wordt gegeven). Na de twee maanden l-carnitinegebruik waren gemiddeld 12 van de 18 gemeten klachten verbeterd. Na de amantidine was er geen verbetering opgetreden. 15 van de 30 mensen staakten, vanwege bijwerkingen, halverwege met de amantidine en één, vanwege diarree, met de l-carnitine. (De Orthomoleculaire Koerier, 1998)
L-Carnitine voor nierpatiënten: In 9 nierdialysecentra in de V.S. en Italië werd onderzocht of extra L-Carnitine (3 maal per week 2 gram intraveneus of 2 gram oraal per dag) bepaalde klachten kon verminderen. 171 nierdialyse-patiënten die niet voldoende baat had bij de standaardbehandeling met o.a. EPO en last hadden van met name ernstige zwakte, krampen, niet reagerend op EPO en/of lage bloeddruk tijdens dialyse, kregen gedurende circa een jaar bovengenoemde doses L-Carnitine toegediend. Voor de meerderheid van de patiënten werden 'goed' tot 'uitmuntende' verbetering van deze klachten genoteerd. Het duurde gemiddeld 8 weken alvorens er verbetering optrad. Andere klachten verbeterden ook maar deze kwamen te weinig voor om er conclusies aan te kunnen verbinden. Er waren geen nadelige bijwerkingen. http://www.eneph.com/html/Archives/carnitine/v25n6p368.html
L-carnitine en de werking van het hart bij nierpatiënten: Hartziektes komen vaak voor bij mensen die nierdialyse moeten ondergaan. Negen van deze patiënten kregen gedurende zes maanden 500mg l-carnitine per dag. Het l-carnitinegehalte steeg 2-3 maal. Angina pectoris symptomen namen af en de werking van het hart verbeterde en vergroting van het hart nam af. (Am J Nephrol 2000; PMID 10878401)
L-Carnitine en mannelijke vruchtbaarheid: Van 101 mannen, waarvan ongeveer de helft onvruchtbaar, werd het sperma geanalyseerd. Het sperma met een normaal spermabeeld bevatte 4,7 maal meer l-carnitine dan het abnormale sperma. Er was een significant verband tussen het carnitinegehalte en het aantal spermatozoïden, het percentage beweeglijke spermatozoïden en het percentage spermatozoïden van normale vorm. (Int J Fert Womens Med, 2000; PMID: 10929687)
L-Carnitine en hartziekte: 51 personen met ischemische cardiomyopathie werden in twee groepen verdeeld. De ene groep kreeg naast de medicijnen die ze gebruikten (ACE remmers, digitalis en plastabletten) 2 gram l-carnitine per dag. De andere groep kreeg de l-carnitine niet Na een maand bleek de werking van de linker hartkamer (Left Ventricular Ejection Factor) in beide groepen te zijn verbeterd. In de l-carnitinegroep was de verbetering echter twee keer zo groot als in de andere groep. (respectievelijk van 37,8% naar 42,3% en van 41,5% naar 43,8%) (Eur J Heart Fail 2000; PMID 10856733)
L-Carnitine en claudicatio intermittens: 22 patiënten met claudicatio intermittens (pijn in de kuiten na een eind(je) lopen) en 8 gezonde mensen kregen 500mg L-Carnitine intraveneus of een placebo toegediend. Van de 12 patiënten die de L-Carnitine kregen verbeterde bij 6 de loopafstand die verdragen kon worden. 5 van de 6 patiënten die geen baat hadden bij de L-Carnitine hadden deze kwaal in minder ernstige mate dan degenen die er wel baat bij hadden. (Circulation, internet: http://journals.at-home.com/get_doc/170034/4382
N.b. van vitamine E (600ie) en Ginkgo Biloba Extract is ook aangetoond dat het helpt bij claudicatio intermittens. Het opmerkelijke van bovengenoemde studie is echter dat het effect al na een éénmalige doses meetbaar was bij de helft van de patiënten.
Bron: http://www.vita-info.nl/carnitine.htm