Omgaan met blij zijn met je kunnen
Onlangs zag ik in een TV programma mensen met vreemde gezichtsaandoeningen. Het gezicht van één van deze personen bestond uit twee totaal verschillende helften. Hij werd altijd aangestaard waardoor hij niet meer naar buiten ging. Op zich zou ik kunnen stellen dat hij een mindere beperking heeft dan ikzelf wat betreft: mobiliteit, pijn, zelfstandigheid en functionaliteit. Hij kan fysiek wel alles doen. Toch is de sociale en mentale impact bij hem op een andere wijze groter dan bij mij. Zo zie je op TV ziektes en aandoeningen voorbij komen, waar ik blij mee ben dat ik ze niet heb. Raar gezegd misschien als je weet wat ik kan, maar zo voelt het wel.
Vaak ben ik boos op mijn arm als hij niet functioneert en veel pijn geeft. Alsof mijn arm daar iets aan kan doen, maar ik moet toch ergens de schuld neerleggen, hè? Als hij het wél doet, dan is dat snel weer gewoon, en besef ik de waarde ervan minder. Dat mijn arm- en handfuncties goed zijn, is dus niet vanzelfsprekend. Ik kijk toch nog veel naar wat ik niet kan en waardeer onvoldoende wat ik nog wél kan. Ook met mijn zware fysieke handicap zijn er veel dingen die ik nog wél kan, mits ik ze ook wil zien. Alleen wil ik dat niet altijd. Het zit in de mens om te klagen over wat je allemaal niet kunt. Het gras bij de buren is altijd groener, maar als je goed kijkt, zie je dat er helemaal geen gras bij de buren te vinden is.
Het is goed om stil te staan bij wat je wél kunt en hebt zoals: je veilig voelen, een verwarmd dak boven je hoofd hebben, verzorging, aanpassingen, en slapen met een gevulde buik. Voor je gevoel kan het altijd beter, maar tevreden zijn met wat je wél kunt, is de eerste stap naar acceptatie en innerlijke rust. Oftewel blij zijn met je kunnen……
Meer informatie over leven met een lichamelijke handicap of chronische ziekte vind je op www.intermobiel.com