Stichting Intermobiel

Een artikel over de eigen bijdrage van voorzieningen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)

Hieronder vind je een artikel over de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) waarin de wet wordt uitgelegd en wat er wel en niet onder valt. Ook komt aan bod wanneer je een eigen bijdrage moet betalen en hoe je de eigen bijdrage kunt berekenen.

Mensen die te maken hebben met beperkingen door ouderdom, een lichamelijke handicap, of chronische psychisch problemen, zijn vaak afhankelijk van derden. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) geeft hen waar ze recht op hebben: hulp en ondersteuning. Dankzij de Wmo kunnen zij deel blijven uitmaken van de maatschappij. Lukt het bijvoorbeeld niet om zelfstandig te wonen? In dat geval kun je de gemeente vragen om ondersteuning, zoals de thuiszorg of een rolstoel.

Hoe vzit het met de Wmo en de eigen bijdrage? 

Invoering Wmo
De Wmo is in 2007 ingevoerd, ter vervanging van:
- De Wet voorziening gehandicapten (Wvg). De Wvg regelde voorzieningen voor mensen met een beperking of handicap. 

- Welzijnswet. De Welzijnswet regelde welzijnswerk, zoals maatschappelijk werk, de peuterspeelplaats, jongerenwerk, buurthuizen en vrouwenopvang. 

-Huishoudelijke hulp uit de AWBZ. Met de invoering van de Wmo is jouw gemeente verantwoordelijk voor huishoudelijke hulp, mocht je die nodig hebben.

Wat valt wel onder de Wmo?
De Wmo is veelomvattend. De wet biedt hulp bij veel belemmeringen in het dagelijks leven van hulpbehoevenden. Bijvoorbeeld in geval van:   

  • huishoudelijke hulp zoals: opruimen, schoonmaken en ramen zemen. (Dit geldt niet voor persoonlijke verzorging als hulp bij het opstaan, douchen, scheren, aankleden, eten en drinken. (Deze hulp krijg je vergoed vanuit de AWBZ).
     
  • de verzorging van aanpassingen in de woning, zoals bijvoorbeeld een traplift of een verhoogd toilet). Woningaanpassingen die niet voor de eigen woning zijn, maar voor bijvoorbeeld een vakantiewoning of caravan, vallen hier niet onder.
     
  • Vervoersvoorzieningen in de regio als je niet met het openbaar vervoer kunt reizen, omdat je slecht ter been bent. Denk bijvoorbeeld de taxibus, een scootmobiel, of een taxikostenvergoeding. Iedere gemeente hanteert haar eigen beleid. Zo ook wat betreft (aangepaste) vervoer(smiddelen). Algemeen geldt, dat een vervoersvoorziening in natura voor je wordt geregeld door de gemeente. Maar er is ook een andere mogelijkheid: het een persoonsgebonden budget (PGB). Dit is een geldbedrag waarmee je zelf hulp of zorg kunt inkopen of inhuren, van een zorgaanbieder of hulpverlener van jouw keuze. Je mag alleen gebruik maken van een PGB als de voorziening voor jouw persoonlijk is en als je er lange tijd gebruik van maakt. Bijvoorbeeld: een aangepaste fiets wordt (deels) vergoed, maar groepsvervoer niet. Meer informatie over het PGB, met betrekking tot vervoer, kun je vinden op de website van ‘Per Saldo’
     
  • Ondersteuning van vrijwilligers en/of mantelzorgers;
     
  • hulp bij het opvoeden van kinderen. Ook hiervoor geldt dat iedere gemeente haar eigen normen hanteert. Informeer dus bij het Wmo loket van jouw gemeente welke hulp zij bieden. Er bestaat wel een regeling voor ouders die om sociaal of medische redenen kinderopvang nodig hebben, maar geen kinderopvangtoeslag kunnen krijgen. Dit is de Sociaal Medische Indicatie. De gemeente waarin je woont regelt deze indicatie. Een duidelijke uitleg hierover vindt je op de website van de Belangenvereniging van Ouders in de kinderopvang: . Lukt het je via deze wegen niet om een antwoord te krijgen op al je vragen? Dan kun je de Stichting Voorlichting Gehandicapte Ouders (SVGO) om hulp vragen. Helaas hebben zij geen website, maar wel een e-mail adres: torousch@home.nl. Het postadres van de SVGO is: Aristotelesstraat 24 HS1 6446 BA BRUNSSUM, 045 545 86 62
     
  • een rolstoel voor permanent gebruik. Voor hulpmiddelen die je tijdelijk nodig hebt (loopkrukken, een rollator, een douchestoel, enzovoort) kun je het beste contact opnemen met je zorgverzekeraar. Hij kan alles vertellen over de voorwaarden en procedures rond de vergoeding van (tijdelijke) hulpmiddelen.
     
  • ‘tafeltje dekje’ (maaltijdverzorging).
     
  • sociaal cultureel werkzaamheden, zoals buurthuizen en subsidies aan verenigingen;
     
  • maatschappelijke opvang, zoals blijf-van-mijn-lijfhuizen en daklozenopvang.  

Wat valt niet onder de Wmo?
De algemeen gebruikelijke voorzieningen vallen echter niet onder de Wmo. Hier worden voorzieningen mee bedoeld, waarover je ook zonder beperking zou kunnen beschikken. Of voorzieningen die aangepast niet veel duurder zijn. Denk dan bijvoorbeeld aan: een hendel-mengkraan, internet, of een fiets met een hulpmotor.

Wmo aanvragen
Bijna alle gemeenten hebben een loket waar je Wmo-voorzieningen kunt aanvragen en informatie kunt inwinnen. Bij sommige gemeenten kun je de aanvraag ook via internet doen. Nadat je gemeente je aanvraag ontvangen heeft, zullen zij je hoogstwaarschijnlijk uitnodigen voor een (telefonische) afspraak. Er wordt dan gekeken voor welke hulp je in aanmerking komt.

Heb je hulp nodig bij het aanvragen van een Wmo-voorziening? Vraag dan ondersteuning bij een MEE-organisatie in jouw regio. MEE zet zich in voor mensen met een beperking. Deze organisatie biedt ondersteuning en geeft informatie, onder andere op het gebied van instanties, regels en allerlei praktische problemen. Via de site http://meentgroep.socialekaartnederland.nl/search-organisaties.asp kun je deze gemakkelijk vinden. Typ bij organisaties bijvoorbeeld ‘Wmo aanvragen’ in en klik op het cirkeltje voor het woordje Nederland. Vervolgens krijg je een overzicht van alle betreffende organisaties in het hele land.

Eigen bijdrage Wmo voorzieningen
Iedere gemeente mag een eigen bijdrage vragen voor de Wmo voorzieningen. Hiervoor gelden geen landelijke normen. Een gemeente mag de hoogte van deze bijdrage zelf vaststellen, al is men wel aan een maximum gebonden. Dit maximum hangt onder andere af van jouw inkomen. Het eigen vermogen heeft geen invloed op de eigen bijdrage, al kan een gemeente weigeren een voorziening te verstrekken. Bijvoorbeeld, wanneer het persoonlijk vermogen zo hoog is dat de aanvrager de voorziening zelf kan betalen.

Met de eigen bijdrage betaal je zelf een deel van de kosten voor de zorg, of hulp bij het huishouden. Dit geldt ook voor de kosten van het gebruik van een hulpmiddel. Hiermee wordt een middel bedoeld dat ondersteuning geeft bij het dagelijks leven, bijvoorbeeld een scootmobiel. Ook een deel van de kosten van voorzieningen valt hieronder. Onder voorzieningen worden maatregelen ter ondersteuning van het dagelijks leven bedoeld. Denk bijvoorbeeld aan verhuiskostenvergoedingen. En niet te vergeten, het persoongebonden budget (PGB).
Eigen bijdrage Wmo voorzieningen

Geen eigen bijdrage voor:
Voor de volgende voorzieningen hoef je geen eigen bijdrage te betalen:
• Rolstoelvoorzieningen;
• CVV en vervoerskostenvergoedingen;
• Saneringskosten van een deel van de woning;
• Vergoeding voor verhuis -en herinrichtingskosten;
• Voorzieningen voor aanvragers jonger dan 18 jaar.

Als jij of je partner is opgenomen in een verpleeg- of verzorgingstehuis kan het zijn dat je geen eigen bijdrage hoeft te betalen. Let op: dit geldt niet wanneer je gehuwd bent en je een alleenstaande AOW uitkering ontvangt. Voor alle overige voorzieningen geldt een eigen bijdrage.

De hoogte van jouw eigen bijdrage
Hoeveel je moet betalen ten behoeve van de eigen bijdrage, hangt af van
- je leeftijd
- je inkomen.
- alleenstaand of partner
- de zorg, hulp, voorzieningen en pgb die je hebt ontvangen.
- de kosten van de voorziening
- de gemeente waarin je woont.

Je inkomen
De eigen bijdrage wordt berekend en geïnd door het Centraal Administratie kantoor (CAK) aan de hand van het verzamelinkomen van twee jaar geleden. Hoe hoger het verzamelinkomen, hoe hoger de eigen bijdrage. Het verzamelinkomen wordt vastgesteld door de Belastingdienst en kunt u terugvinden op uw definitieve belastingaanslag. Als je vragen hebt over je verzamelinkomen dan kun je bellen met de Belastingdienst 0800 - 0543.

Berekening eigen bijdrage
Het Centraal Administratiekantoor (CAK) vraagt de benodigde gegevens op bij de Belastingsdienst. Kort gezegd: je betaalt de eigen bijdrage aan je gemeente, via het CAK. Die vermenigvuldigt het aantal uren dat je zorg hebt ontvangen met het uurtarief dat door de gemeente wordt bepaald. Dit is de eigen bijdrage voor ondersteuning. Maak je gebruik van een hulpmiddel of voorziening, dan is het bedrag dat je daarvoor volgens de gemeente zou moeten betalen, je eigen bijdrage. Kijk op de site http://www.invoeringwmo.nl/onderwerpen/eigen-bijdrage voor uitgebreide informatie over dit onderwerp.

Eigen bijdrage= maximaal periodebedrag
Op basis van je verzamelinkomen van twee jaar geleden berekent het CAK uw zogeheten maximale periodebijdrage. De hoogte van de maximale periodebijdrage staat op de beschikking die je van het CAK ontvangt. Eén jaar telt 13 periodes van 4 weken. Je betaalt per periode nooit meer dan de maximale periodebijdrage. Je betaalt maximaal 39 perioden eigen bijdrage voor de voorzieningen.

Behalve bij hulp in de huishouding, hier betaal je een eigen bijdrage zolang je er gebruik van maakt. De berekende eigen bijdrage kan hoger of lager uitvallen dan de maximale periodebijdrage.

• Is de berekende eigen bijdrage hoger dan de maximale periodebijdrage => je betaalt de maximale periodebijdrage.
 
• Is de berekende eigen bijdrage lager dan de maximale periodebijdrage => je betaalt de berekende eigen bijdrage.

Op de website van het CAK, kun je met een rekenprogramma de eigen bijdrage uitrekenen. Voor de Wmo kun je dit berekenen via http://www.hetcak.nl/smartsite.dws?id=64194 . Je kunt hier je aanvraag, voor de door jouw gewenste periode, invullen. Het programma brengt je stapsgewijs en op een eenvoudige manier op de hoogte van de eigen bijdrage die voor jou van toepassing is.

Voor vragen wat betreft het berekenen van je eigen bijdrage, kun je ook telefonisch contact opnemen met het CAK, via het gratis informatienummer 0800-1925 of de website http://www.hetcak.nl  bekijken. Houd hierbij je zorgindicatie -indien van toepassing- en je (gezamenlijke) inkomensgegevens van twee jaar geleden bij de hand wanneer je belt. Je kunt ook bellen naar het gratis informatienummer 0800 – 1925.

Meerdere voorzieningen met een eigen bijdrage
Als je al voorzieningen hebt vanuit de Wmo of de AWBZ kan het zijn dat je al een eigen bijdrage betaalt. De totale eigen bijdrage voor de verschillende voorzieningen samen is nooit hoger dan de berekende maximale periodebijdrage.

Bruto PGB voor een Wmo voorziening

- wanneer je voor een persoonsgebonden budget (PGB) in plaats van zorg in natura kiest, op het bedrag dat de zorgvrager ontvangt ook de eigen bijdrage Wmo van toepassing is. De gemeente stuurt je in dit geval een ‘bruto PGB’. Apart hiervan zul je de eigen bijdrage aan het CAK moeten betalen.

- je op grond van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) een korting krijgt op de eigen bijdrage. Betaal je een eigen bijdrage Wmo? Dan krijg je in dit geval een korting van drieëndertig procent op deze eigen bijdrage. Deze korting is ook van kracht bij een persoonsgebonden budget.

 -de inkomensgrens voor de laagst mogelijke eigen bijdrage wordt verhoogd met € 5.000,-- ¬voor mensen die jonger zijn dan 65 jaar.

-als je de eigen bijdrage niet of moeilijk kunt betalen, het mogelijk is om in aanmerking te komen voor bijzondere bijstand

Handige weetjes
Het is goed om te weten dat:

  • kinderen jonger dan 18 jaar geen eigen bijdrage hoeven te betalen.
     
  • een gemeente geen eigen bijdrage mag vragen voor rolstoelen.
     
  • je al een eigen bijdrage ‘Zorg met verblijf’ betaalt, als je in een AWBZ-instelling bent opgenomen. Je hoeft dan geen eigen bijdrage Wmo meer te betalen. Deze regel is ook van kracht wanneer het je partner betreft.
     
  • je geen dubbele bijdrage hoeft te betalen als je een PGB hebt voor de Wmo huishoudelijke hulp en een PGB AWBZ. De eigen bijdrage van de gemeente gaat altijd voor die van het zorgkantoor (PGB AWBZ). Als je een nieuwe beschikking hebt aan het begin van het jaar van het PGB, Wmo en AWBZ moet je de brief van de Wmo kopiëren en van het AWBZ en naar het zorgkantoor sturen met een kort begeleidend schrijven en je bankrekening en dossiernummer. Dan krijg je de eigen bijdrage van de AWBZ weer teruggestort. Dit moet je wel ieder jaar opnieuw doen, maar het is wel vaak € 200,-- of meer, dus het is wel de moeite waard.

Meer informatie:
Zoek je meer informatie kijk dan eens op:

- De website van je eigen gemeente of er informatie over de Wmo opstaat

- http://www.rechtopwmo.nl

- Ministerie van Volksgezondheid, welzijn en sport over de Wmo

- Regelhulp, Website van de overheid naar zorg en ondersteuning

- Rijksoverheid Wmo

- Folder van de Gemeente Arnhem over eigen bijdrage Wmo
 

Gebruikte bronnen:

- Ministerie van Volksgezondheid, welzijn en sport over de Wmo
 
- Folder van de Gemeente Arnhem over eigen bijdrage Wmo
 
- Met dank aan Wynanda Talen van MEE Utrecht, Gooi & Vecht

Geschreven door Dorothy Looman
Geredigeerd door Veroni Steentjes

september 2011