Stichting Intermobiel

Doof zijn (Nathalie)

Ook al ben ik doof, ik kan toch rolstoeldansen. De muziek voel ik in mijn buik en zo kan ik toch bewegen op het ritme.’

Nathalie Pocorni is 27 jaar oud en komt uit Boxtel. Ze heeft 15 jaar in een woongroep gewoond. Sinds een paar maanden woont ze zelfstandig in Boxtel.

Welke ziekte heb je? Heb je dit vanaf je geboorte?
‘Ik ben vanaf mijn geboorte doof en lichamelijk gehandicapt. Ik heb een afwijking aan mijn heupen en aan mijn voet. Alleen als ik naar buiten ga en naar mijn werk zit ik in een rolstoel. Thuis loop ik altijd met een kruk.’

Nathalie over doof zijn

Wat doe je in het dagelijks leven?
‘Ik werk vier dagen per week bij een sociale werkplaats. Ik werk hier al acht jaar. Samen met mijn voornamelijk horende collega’s maken we tv-steunen en pakken we dozen in. Soms maak ik gebruik van liplezen of schrijf ik bij horende collega’s op wat ik bedoel. Volgend jaar ga ik misschien op kantoor werken. Ik zou daar graag de roosters willen maken.’ 

Wat zijn je hobby’s?
‘Mijn hobby’s zijn rolstoeldansen, msn-en, e-mailen, zwemmen, koken en uitgaan met mijn vrienden. Ik doe al lang aan rolstoeldansen. Zeven jaar geleden heeft een collega, die ook in een rolstoel zit, me meegevraagd om te gaan rolstoeldansen. Ik dacht dat dit niet kon, omdat ik doof ben. Maar mijn collega zei: ‘dat maakt niet uit, probeer het gewoon!’ En nu zijn we zeven jaar verder en heb ik al diploma’s voor brons, zilver en goud op zak!’

Hoe kan je zo goed zijn in dansen, terwijl je doof bent?
‘De muziek voel ik als het ware in mijn buik en zo kan ik toch bewegen op het ritme. Dit geeft me een goed gevoel. Ik ben heel gelukkig dat dit mijn hobby is. Volgend jaar ga ik misschien aan meer wedstrijden rolstoeldansen meedoen met mijn danspartner.’

Nathalie danst met een valide partner


Je houdt ook van zwemmen. Wat voor hulp heb je daarbij nodig?

‘Ik maak altijd gebruik van de liftstoel in het zwembad. Verder kan ik veel zelf.’


Wat is de invloed van doofzijn op het communiceren met andere mensen?

‘Het communiceren met mensen gaat voornamelijk via gebarentaal, een beetje liplezen en vingerspellen.  Alleen met horende vrienden helpt het wel eens als ik opschrijf wat ik bedoel.’


Wat voor hulp krijg je bij de dagelijkse dingen?

‘Ik krijg hulp van de thuiszorg bij het huishouden. Ook krijg ik één keer per week begeleiding bij mij thuis voor zaken als de post.’

Hoe gaat het als je zelf geen aanwijzigingen kunt geven wat hulpverleners moeten doen? Kunnen zij bijvoorbeeld gebaren lezen?
‘Nee, de hulpverleners kunnen vaak geen gebaren lezen. Daarom is er altijd een tolk gebarentaal bij.’


Waarom ben je dit jaar op jezelf gaan wonen?

‘Door het wonen in groepsverband heb ik veel geleerd. Daarom kan ik nu zelfstandig wonen. Ik moest helaas heel lang wachten op een zelfstandige woning van de woningbouw, omdat er een lange wachtlijst is. Ik ben blij dat ik nu alleen woon, want ik ben al 27 jaar.’


Word je wel eens anders behandeld door je handicap?

‘Ja, veel mensen vinden mij raar of kijken op mij neer, omdat ik gehandicapt ben. Ik zeg altijd: ik ben niet ziek, ik ben gewoon gehandicapt.’


Hoe was het vroeger op school? Werd er rekening met je gehouden?
‘Ik heb op diverse scholen gezeten die speciaal voor kinderen met een lichamelijke handicap waren. Vanaf mijn twaalfde ging ik naar een speciale school in Vught en Sint Michielsgestel voor doven en slechthorende kinderen. Daar werd goed rekening gehouden met mijn handicap.’


Maak je gebruik van aanpassingen die je kunnen helpen zoals bijvoorbeeld een aparte deurbel?
‘Ik heb een wekker met trilfunctie en een deurbel waarbij een lamp gaat knipperen.  Ook maak ik veel gebruik van sms’jes met mijn telefoon. Verder heb ik sinds kort een rijbewijs en sinds een paar weken een aangepaste auto! De garage heeft de Suzuki voor mij aangepast door er een lift voor de rolstoel in te maken. Het is fijn om nu zelf te kunnen rijden. Ik was gewend om al 15 jaar met de taxi overal naar toe te gaan. Dat is soms best lastig en duur. Ik ben er trots op dat ik mijn praktijkexamen in één keer gehaald heb!’


Heb je nog wensen voor de toekomst?
‘Ik hoop nog lang te kunnen rolstoeldansen, maar mijn allergrootste wens is om ooit kinderen te krijgen.’


Geschreven door Lonneke van Lent m.m.v. Nathalie Pocorni
Geredigeerd door Veroni Steentjes

Oktober 2008