Stichting Intermobiel

Rugproblemen (Marianne)

'Ik geloof dat hetgeen wat je overkomt een les in het leven is. Ik geloof ook echt in de positieve kracht van een mens. Door positief met alles omgaan, maak je je ook makkelijker te benaderen voor andere mensen.'

Foto: Marianne

Wie ben ik?
Mijn naam is Marianne Verschoof, 32 jaar en woon in Medemblik. Ik ben getrouwd en mijn hobby’s zijn computeren, creatieve dingen zoals dichten, schilderen mozaïeken en keyboard spelen. Te veel om op te noemen eigenlijk.

Er is mij gevraagd hoe ik omga met mijn rugproblemen en het stotteren. Dit is een combinatie. Hoe meer pijn ik heb, hoe meer ik stotter.

Sinds 1999 kamp ik met zware rugklachten. Ik ben aan twee hernia’s geopereerd. Door de operaties is mijn tussenwervel verdwenen. Ik kreeg een discusprothese (kunstmatige tussenwervelschijf) Inmiddels is er zoveel littekenweefsel gevormd dat het drukt op een zenuw.

Door bovenstaande zaken kan ik niet goed lopen en heb de hele dag erg veel pijn. Bovendien stotter ik erg vaak. Vooral als ik het te druk heb gehad of erg veel pijn heb. Daarnaast heb ik spasme aanvallen, ongecontroleerde spierbewegingen over mijn hele lichaam. Ik lig dan te shaken op de grond. Lastig is dat ik deze aanvallen niet voel aankomen. De spasme aanvallen, het stotteren en de rugproblemen worden veroorzaakt door een beknelde zenuw.

Ik moet het bovenstaande wel vertellen om de vraag te beantwoorden hoe ga ik om met mijn rugproblemen en het stotteren.

Positief denken:
Ik wil vooral benadrukken, dat ik er positief mee omga. Ik geloof dat hetgeen wat je overkomt een les in het leven is. Ik geloof ook echt in de positieve kracht van een mens. Door positief met alles omgaan, maak je je ook makkelijker te benaderen voor andere mensen. En je maakt het voor jezelf en je omgeving zo veel makkelijker. Ik zeg altijd: “Anders heb je twee problemen, je rug en depressief”. Je hebt de keuze in eigen hand, en ik kies er voor om niet depressief te zijn. Gek genoeg heb ik weinig depressieve of boze gevoelens. Ik deal gewoon met wat er op mijn pad komt. De enige aan wie ik soms mijn gevoelens laat zien is mijn man Sven. En dat is nog alleen maar, omdat hij doorvraagt en hij aan me ziet dat ik veel pijn heb. Ik vind het weinig zin hebben om me daarin heel erg te uiten. De pijn wordt er heus niet minder om!

Doordat ik niet goed kan lopen, heb ik een fantastische scootmobiel. Ik ben al helemaal bekend (of berucht, wie zal het zeggen), want ik cros door de hele stad met mijn hond Kibu naast mijn zijde. Ik doe ook boodschappen met mijn scootmobiel. Dat geeft me een enorme vrijheid. Ik kan niet te lang zitten, ongeveer 15 minuten. Na een scootmobieltrip moet ik dus altijd weer liggen. Dat heb ik wel moeten leren, om niet teveel te willen. En bij wat ik doe, dat ik op tijd moet stoppen. Als mijn scootmobiel stuk is, valt mijn hele vrijheid en onafhankelijkheid weg. Dan voel ik me pas echt gehandicapt.

Liggend hobby’en:
Mijn hobby’s worden eigenlijk voornamelijk liggend uitgevoerd. Ik moet roeien met de riemen die ik heb! Veel hobby’s kunnen toch echt wel liggend uitgevoerd worden. Neem nou computeren. Ik heb een laptop met draadloos internet, zodat ik liggend kan computeren. Overal is een oplossing voor te vinden. Meestal zijn dat nog simpele oplossingen ook.

Spasme aanvallen:
De spasme aanvallen zijn lastig, want die voel ik niet aankomen. Vaak begint het met mijn hand of trekkingen in mijn gezicht. Het is een naar gezicht voor andere mensen om mij te zien shaken. Ze moeten vooral zorgen dat ik me niet bezeer.

Eerst durfde ik bijna nergens meer naar toe, vanwege de angst van een spasme aanval. Ook mijn man was huiverig. Die is bang dat ik me dan ga bezeren. Ik heb er zelf een weg in gevonden. Als ik heel moe ben, komt zo’n spasme aanval eerder. Ik ga dan niet weg. Meestal begint het met mijn hand, dus dan waarschuw ik de omgeving. Ik moet zeggen dat ik mijn weg wel gevonden heb daarin. De huisarts en omgeving vinden het vaak enger dan ik. Ik heb ook wel eens een spasme aanval gehad op straat of in de supermarkt. Mensen reageren dan vaak paniekerig. Hoe meer paniek hoe onrustiger ik weer word. Gelukkig kan ik meestal net op tijd aangeven wat ze moeten doen. Namelijk zorgen dat ik me niet bezeer en me gewoon uit laten spasmen. Mensen gaan me gelukkig niet uit de weg na zo’n aanval, omdat ik er zelf ook vrij luchtig mee om ga. Ik lach daarna weer en dat breekt het ijs. Het is gewoon een onderdeel van mijn leven. Het hoort erbij, maar ik laat me er niet door beperken!

Stotteren:
Op een of andere manier heb ik de meeste problemen met het stotteren. Dat is eigenlijk gek, gezien de ernst van de andere problemen. Door het stotteren merk ik dat ik het telefoneren uit de weg ga. Mensen kunnen me dan ook niet verstaan. Door de telefoon heb ik meer moeite met het stotteren dan als de mensen om me heen staan. Dan maak ik er maar een grapje van, en ga ik “hints” spelen. Ja, 2e lettergreep, klinkt als… Wederom door er zelf goed en luchtig mee om te gaan, is het voor mensen ook niet meer raar.

Medicijnen:
Ik slik twintig medicijnen per dag. Dat vind ik zelf veel te veel. Hopelijk wordt dat na mijn operatie minder. Ik ben de hele dag moe en suf. Het is dat ik de medicijnen nodig heb, maar ik vind het wel troep. En als het minder kan, zou ik dat graag willen. Hopelijk zorgt een operatie ervoor dat het aantal beperkt wordt.

Kernwoorden:
Kernwoorden in mijn leven omtrent het omgaan met mijn lichamelijke beperkingen zijn: Positief, oplossingen zoeken, roeien met de riemen die ik heb, kijken naar wat ik wel kan, zoveel mogelijk afleiding zoeken in de vorm van hobby’s, muziek e.d.

Door dit alles kan ik met mijn gezondheidsproblemen omgaan. Ik ben er positiever door geworden. Het laat me genieten van de kleine dingen wat ik voorheen minder deed. Het hoort bij me, en ik heb het geaccepteerd.

Geschreven door Marianne Verschoof