Stichting Intermobiel

Oordelen

Waarom altijd in de verdediging?

Heel langzaam begin ik mijn lichaam beter te kennen. Dat klinkt gek, omdat ik al bijna 35 jaar in dit lichaam zit. Maar er is het een en ander veranderd tijdens de laatste zwangerschap (ernstige bekkeninstabiliteit). Nu, ruim twee jaar na de zwangerschap, weet ik waar de grenzen van mijn lichaam liggen. Maar het is en blijft een momentopname. De ene keer kan ik wel, de andere keer niet. Ik ben al blij dat ik het voor mezelf kan bepalen, maar waarom moet ik steeds in de verdediging tegen de buitenwereld?

Als ik blij ben dat ik ben opgestaan met een houdbare pijn en een lijf dat zich lekker voelt, dan profiteer ik daar van. Een andere ochtend voel ik bij het opstaan dat deze dag een rustdag moet worden. Dan wil mijn lijf gewoon niet en klaagt het van de pijn. Dus op deze dagen moet ik zorgen dat ik niet teveel hoef te doen. Voor mezelf dus duidelijk. Maar de buitenwereld kan dat niet volgen. Vorige week donderdag was het opa- en omadag bij het kinderdagverblijf. Omdat mijn vader niet alleen wilde gaan en mijn moeder werken moest, ben ik met hem mee gegaan. Ik wist dat die opa- en omadag mij veel energie zou kosten. In de rolstoel of met krukken was niet praktisch, dus heb ik mijzelf erop ingesteld. Woensdag zo rustig mogelijk doen en donderdagmiddag op bed liggen.

We kwamen daar veel bekende opa’s en oma’s tegen, vaak de ouders van goede bekenden. Ik denk dat ik drie keer mezelf heb verdedigd. Ze waren namelijk verbaasd dat ik zonder hulpmiddel (afgezien van pijnstillers) aanwezig was om naar onze zoon en dochter te komen kijken. Dus volgens anderen gaat het heel goed met mij! Nou, niet dus. Maar waarom oordelen mensen alleen over hetgeen ze aan de buitenkant zien? Toevallig is het al een paar dagen lekker weer. Ik geniet echt van de zon en de warmte is heerlijk tegen de pijn. Zo heb ik inmiddels een lekker kleurtje. Al met al vindt ‘men’ dat ik er goed uit zie, dus dan gaat het goed met mij ‘zeggen ze’. Ze snappen niet dat ik ‘s middags plat moet om bij te komen van de energievretende ochtend.

Waarom maakt het me telkens zo kwaad? Dat oordelen over de buitenkant en niet vragen hoe het echt met me gaat. Dit kan me zo ontzettend boos en tegelijk verdrietig maken. De ene dag kan ik fietsend met Romy naar de peuterspeelzaal om Dennis op te halen. Op een andere dag moet ik datzelfde doen en is het een hele last. Geen enkele dag is hetzelfde. De ene dag kan ik naar de supermarkt voor een paar boodschappen, de ander dag kan ik amper zelf eten klaarmaken. Juist op dagen dat ik me redelijk voel en dus naar buiten kan, kom ik natuurlijk mensen tegen. Dus dan lijkt het met mij allemaal goed te gaan. Maar diezelfde mensen zien niet dat ik de volgende dag amper mijn bed uit kan van de pijn. Het is zo oneerlijk en soms wil ik niet eens naar buiten, omdat ik geen zin heb om weer uitleg te geven over mijn situatie.

Oordelen is zo gemakkelijk en snel gedaan. Maar vaak zo fout en onterecht. De buitenkant vertelt vaak een heel ander verhaal dan de binnenkant. Oordeel daarom niet te snel. Gelukkig weten mijn man Coen en onze kinderen zich heel makkelijk aan te passen. Soms valt het ze wel eens tegen dat ik alweer een slechte dag heb. Maar over het algemeen kunnen de kinderen er goed mee omgaan. Zij oordelen niet, maar ze vragen netjes hoe het vandaag met mama gaat. Als ik dan een blij antwoord geef zijn zij blij voor mij, en een beetje voor zichzelf natuurlijk.

Geschreven door Cindy Bles.
Geredigeerd door Johan Fiddelaers.

April 2010.