Stichting Intermobiel

Nu weet ik dat jij

Nu weet ik dat jij
Waarschijnlijk mijn leven lang
Sluimerend in mijn lichaam aanwezig was
Ik ontdekte en ontmoette je pas
Toen je als een bliksemflits insloeg
Mijn arm in vuur en vlam zettend
Je hebt vele namen,

Ik noem je; Posttraumatische Dystrofie

Jij zette mijn wereld op z’n kop
Ik wilde je kwijt en kreeg medicijnen
Infusen en rust, maar jij gaf niet op
Tranen met tuiten en vreselijke pijnen

Soms lijkt het of jij de strijd opgeeft
Ik kom weer op adem en ga weer vooruit
Dan flits je weer op alsof de aarde beeft
Ik ben terug bij af, weg de gewonnen buit.

Ik vraag me af wie je bent, waarom je zo doet
Hoe kan ik jou nu toch genezen
Besef dat ik naar informatie zoeken moet
En krijg via de vereniging heel wat te lezen

Hetgeen ik lees, vind ik niet leuk
Ik zal met jou moeten leren leven
Het praten met anderen verzacht de deuk
Soms vergeet ik je zelfs heel even

Intussen maken artsen ruzie
Over wat zij of ik zouden moeten doen
Ik ben het zat en ga naar een ander ziekenhuis
Aldaar ontmoet ik de man in het groen
Na zijn behandeling ben ik gerust
Hier is het pluis

Steeds opnieuw zoekt hij maar weer
Een behandeling die jou rust geeft
Jou een plekje geven
Is wat ik ondertussen probeer
Samen verder met jou, die in mijn lichaam leeft

Door jou ben ik zo vaak heel moe
En worden mijn mogelijkheden kleiner en minder
De diverse hulpverleners stromen toe
Met plannen en overleg
Heb ik hiervan profijt en niet al te veel hinder

Ik aanvaard de helpende handen rond om mij heen
Ontdek de vooruitgang van krukken en rolstoel
Want jij plant je voort naar elke arm en been
Maar met respect voor jou bereik ik mijn doel

Jij hebt nu je plekje en hoort bij mijn leven
Ik pluk elke dag en doe wat ik kan
Soms groot, vaak klein en meestal maar even
Maar als het gelukt is, oh wat geniet ik dan

Een vriend van mij worden zal je nooit
Toch heb ik door jou veel gewonnen en geleerd
Het maakte me innerlijk rijker dan ooit
Het kleine wordt van grote waarde.

Wilma Hagenbeek