Stichting Intermobiel

Rolstoelen

Regelingen
• Wet voorzieningen gehandicapten (WVG).
• Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ).

Van belang voor
• Mensen die problemen hebben met lopen.

Doel
• Verstrekking van rolstoelen aan iedereen die langdurig zo’n hulpmiddel nodig heeft.

Bijzonderheden
• Rolstoelen zijn gratis voor iedereen, ongeacht het inkomen of de leefsituatie en voor mensen van alle leeftijden.


Een rolstoel is een onmisbaar hulpmiddel voor iedereen die er op is aangewezen. Een rolstoel gebruik je elke dag. Daarom moet een rolstoel altijd zitten als gegoten, ofwel een adequaat, op uw individuele maat toegesneden hulpmiddel zijn. Woont u zelfstandig, dan krijgt u een rolstoel van de gemeente, in het kader van de Wet voorzieningen gehandicapten (WVG). Woont u in een instelling, dan moet die instelling voor een rolstoel zorgen, in het kader van de Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ). Dat geldt voor volwassenen, maar ook voor kinderen met een handicap.

Dat u gebruik maakt van een rolstoel betekent niet dat u elke meter die u aflegt ook in de rolstoel zou moeten zitten. Veel mensen gebruiken een rolstoel omdat ze anders zo moe worden van hun verplaatsingen, dat ze nergens anders meer aan toe zouden komen. Voor hen is de rolstoel in feite een hulpmiddel om energie over te houden voor een zelfstandig leven.

Verschillende mogelijkheden
Rolstoelen zijn er in soorten en maten. Er zijn vier hoofdvormen:

  • de handbewogen rolstoel (aangedreven door uzelf, door middel van hoepels aan de wielen),
  • de duwrolstoel (waarbij een ander u duwt),
  • de elektrische rolstoel (met een elektromotor) en
  • de elektrische scootmobiel (ook wel ’booster’ of plateau-rolstoel genoemd).

Welk type rolstoel het beste voor u is, hangt af van uw persoonlijke situatie. Sommige mensen gebruiken meerdere typen tegelijk, bijvoorbeeld een lichte, handbewogen rolstoel binnenshuis en een scootmobiel voor verplaatsingen buiten de deur.

Zelf aanvragen
Woont u zelfstandig en hebt u een rolstoel nodig, dan kunt u die zelf aanvragen bij het gemeentelijke WVG-loket. U hebt geen doorverwijzing nodig van uw arts of revalidatiecentrum. U hoeft dus niet te wachten tot een hulpverlener tegen u zegt dat u een rolstoel goed zou kunnen gebruiken. U kunt ook aan een rolstoel denken als u merkt dat uw wereld steeds kleiner wordt, of als u te moe wordt van kleine stukjes lopen.

Vaak is het handig om u tevoren te informeren over de mogelijkheden. Zeker als u te maken hebt met een ernstige of progressieve ziekte of als uw kind-in-de-groei een rolstoel nodig heeft. Klop bijvoorbeeld aan bij uw revalidatiecentrum, vraag om informatie en advies bij uw patiënten- of gehandicaptenorganisatie, of sla de ’Keuzegids rolstoelen en scootmobielen’ van de Stichting Kwaliteits- en BruikbaarheidsOnderzoek Hulpmiddelen (KBOH) er op na.

Voorwaarde voor een verstrekking door de gemeente is dat u de rolstoel tenminste zes maanden nodig hebt. Wie bijvoorbeeld na een operatie of een beenbreuk tijdelijk een rolstoel gebruikt, moet aankloppen bij de thuiszorg of bij andere organisaties of bedrijven die rolstoelen verhuren of verkopen.

Vraag een rolstoel altijd schriftelijk aan. De gemeente heeft hiervoor aanvraagformulieren. Een medisch adviseur van de gemeente beoordeelt uw aanvraag. Dat betekent overigens niet dat de medisch adviseur uiteindelijk ook beslist over uw aanvraag. De adviseur hoort een onafhankelijke positie in te nemen en uitsluitend te bekijken of u medisch gezien in aanmerking komt voor een rolstoel. Is dat inderdaad zo, dan wordt u doorverwezen naar een ergotherapeut of rechtstreeks naar een leverancier van rolstoelen. Die bekijkt welke rolstoel u nodig hebt en welke aanpassingen er eventueel aan de stoel aangebracht moeten worden.

Rolstoel uitzoeken
U mag de leverancier van de rolstoel meestal niet zelf uitzoeken. De gemeente heeft contracten met bepaalde leveranciers afgesloten en in principe zult u met hen zaken moeten doen. Alleen als de leveranciers van de gemeente op geen enkele manier een voor u passende rolstoel kunnen leveren, kunt u naar een ander bedrijf. U moet daarvoor dan wel toestemming vooraf hebben van de gemeente.

De gemeente moet u een adequate rolstoel verstrekken. De rolstoel moet dus voldoen aan de eisen die voor u, in uw situatie, met uw handicap gelden. Maar de gemeente mag daarbij wel kiezen voor de ’goedkoopst adequate’ oplossing. Daardoor is de keuze helaas vaak beperkt. Laat u echter niet afschrikken door het gemeentelijk beleid. Hebt u goede argumenten om toch een ander merk of model rolstoel te willen dan de gemeente u in eerste instantie aanbiedt, leg die argumenten dan zo nodig vasthoudend op tafel. U kunt het u niet veroorloven om jarenlang een rolstoel te moeten gebruiken die niet voor honderd procent voldoet.
Sommige gemeenten bieden als alternatief een persoonsgebonden budget (PGB) voor rolstoelen. U krijgt dan het geld voor de aanschaf van uw rolstoel zelf in handen. Met dat geld kunt u zelf gaan winkelen bij een leverancier van uw keuze. Ook als u een rolstoel wilt van een ander merk, of een ander model dan de gemeente kan leveren, dan kunt u aan de gemeente vragen om u de rolstoel niet ’in natura’ te verstrekken, maar u het geld zelf in handen te geven. U kunt dan gaan winkelen bij leveranciers en (zo nodig met bijbetaling) precies die rolstoel kopen die u graag wilt hebben. Het aanmeten van een rolstoel kan binnen enkele weken afgerond zijn. Het daadwerkelijk afleveren van de rolstoel duurt in de praktijk wat langer, soms tot enkele maanden.

Gebruikstermijn
Er gelden geen vaste normen hoe lang uw rolstoel moet meegaan. Voldoet uw rolstoel niet langer, bijvoorbeeld doordat hij versleten is, gebreken vertoont of doordat uw handicap verergert, dan hebt u recht op een andere adequate rolstoel.

Aansprakelijkheid
De meeste gemeenten verstrekken rolstoelen en scootmobielen in bruikleen. Bij zo’n verstrekking hoort een goed servicecontract en een WA-verzekering. U blijft overigens zelf aansprakelijk voor eventuele schade aan de rolstoel die u in bruikleen hebt. Denk hieraan als u bijvoorbeeld met de rolstoel op vakantie gaat.

Onderdak
Rolstoelen horen onderdak als ze niet gebruikt worden. Het heeft daarom weinig zin om een elektrische rolstoel of een scootmobiel verstrekt te krijgen al u ’m nergens kunt stallen. Is er in of bij uw huis niet zo’n stalling aanwezig, dan zal de gemeente voor een adequate oplossing moeten zorgen.

Stroomkosten
Elektrische rolstoelen en scootmobielen rijden op elektrische stroom, door middel van accu’s. Die moeten regelmatig opgeladen worden. Sommige gemeenten vergoeden de extra kosten die u daardoor hebt. Zo niet, dan kunt u deze kosten bij uw aangifte inkomstenbelasting opvoeren als aftrekpost bij de buitengewone uitgaven wegens handicap of ziekte.

Geen eigen bijdrage
De gemeente mag voor de verstrekking van rolstoelen geen eigen bijdrage vragen. Sommige gemeenten beschouwen de scootmobiel overigens als een vervoersvoorziening en niet als een rolstoel. Toch vragen ze ook dan meestal geen eigen bijdrage.

Sportrolstoel
Wilt u in de rolstoel gaan sporten, vraag dan bij de gemeente een aparte sportrolstoel aan. De meeste gemeenten verstrekken hiervoor een vast bedrag van rond de € 2.000 à 2.500, soms inclusief onderhoud, soms met een extra bedrag voor het jaarlijkse onderhoud. Dat geld mag u zelf besteden bij een leverancier van sportrolstoelen. Helaas is het meestal niet voldoende voor de meest gangbare rolstoelsporten. U zult dan zelf bij moeten passen.

In een instelling
Woont u in een instelling die gefinancierd wordt vanuit de AWBZ (bijvoorbeeld een woonvorm voor gehandicapten of een verpleeghuis) en hebt u een rolstoel nodig om u te verplaatsen, dan moet de instelling voor die rolstoel zorgen. De instelling mag hiervoor geen eigen bijdrage vragen.
Hebt u een rolstoel van de gemeente in bruikleen en verhuist u naar een AWBZ-instelling, dan kan de gemeente uw rolstoel terugvragen. Overleg daarom tevoren met de gemeente en met de instelling over een overgangsregeling.

Meer informatie bij
• De gemeente, loket WVG.
• De AWBZ-instelling waar u woont.
• Uw patiënten- of gehandicaptenorganisatie.
KBOH, Postbus 2072, 3440 DB Woerden, telefoon (0348) 436700.

Gegevens geldig per
• 1 maart 2005.

bron: www.handicap.nl